Oprit W neemt de regie van de sociale economie in Mechelen op zich. De stad heeft een nieuwe samenwerkingsovereenkomst afgesloten met Oprit W voor de periode 2012-2014. Oprit W werd in de loop van 2010 opgericht door de stad Mechelen, het OCMW en Vosec en staat voor oprit naar werk, in het bijzonder werk voor mensen die het zeer moeilijk hebben om een job te vinden of te houden. “2011 was nog een opstartjaar voor Oprit W, nu kunnen we ons echt toeleggen op innovatieve sociale economieprojecten met een aanvullende dienstverlening voor de Mechelaars. Om zich meer te profileren, heeft Oprit W ook een nieuw logo gekregen”, zegt schepen van Werk en Sociale economie en voorzitter van Oprit W Caroline Gennez (sp.a).
Voor meer dan 75% van de werkzoekenden in Mechelen verloopt de weg naar werk niet vanzelf: ze hebben te weinig ervaring, het gepaste diploma ontbreekt of hun zoektocht naar werk duurt al te lang… Meestal beschikken ze over heel wat competenties waarmee ze aan de slag kunnen, maar voor een deel van hen is de kloof naar een job bij reguliere bedrijven toch te groot. Voor deze mensen kan werk in de sociale economie een oplossing bieden. In het coalitieakkoord van 2006 staat dat de stad deze legislatuur minstens 200 jobs in de sociale economie moet creëren. Caroline Gennez: “Die doelstelling hebben we al ruim overschreden: in juni 2011 ging het al om 243 extra jobs. Daarom kunnen we ons focussen op de kwaliteit in plaats van de kwantiteit met meer aandacht voor professionalisering van de sector en duurzame arbeidscontracten.”
De stad neemt zelf een voorbeeldfunctie op: een vijftigtal langdurig werkzoekenden en kortgeschoolden zijn aan het werk bij verschillende stadsdiensten, zoals de wijkonderhoudsteams, de begraafplaatsen, de kinderopvang en de schoolspotters. Daarnaast doet de stad ook beroep op sociale economiebedrijven zoals Manus en Natuur- en Landschapszorg voor onderhoudstaken. Bovendien zorgt de stad voor huisvesting van verschillende sociale economiebedrijven in Hangar S.
De vernieuwde samenwerking tussen Oprit W en de stad Mechelen sluit aan bij het sociale economiebeleid van het stadsbestuur. De overeenkomst loopt van 1 januari 2012 tot 31 december 2014. Op basis van deze samenwerking voorziet het stadsbestuur een jaarlijkse toelage van €94.750. Er zijn in Mechelen heel wat partners uit de sociale economie actief: o.a. De Ploeg, Kringwinkel, ’t Atelier. De meerwaarde van Oprit W is dat er nu één aanspreekpunt is voor alles wat met sociale economie te maken heeft. Oprit W fungeert als kenniscentrum en heeft ook een sensibiliserende en ondersteunende functie. Oprit W richt zich zowel op spelers uit de sociale economie als op reguliere bedrijven, het Mechelse stadsbestuur en het OCMW, de VDAB en andere mogelijke partners.
Het nieuwe logo zal het agentschap meer bekendheid geven. De naam is in het logo verwerkt en beeldt uit hoe Oprit W een opstap kan zijn naar duurzame tewerkstelling. Naast de samenwerkingsovereenkomst en het nieuwe logo heeft Oprit W ook een jaarplan en ondernemingsplan opgesteld met de doelstellingen voor de komende jaren. “We kiezen niet zomaar voor om het even welk project dat leidt tot jobs in de sociale economie. We onderzoeken eerst of er bepaalde vormen van dienstverlening zijn waaraan behoefte is bij de Mechelaars. Vaak gaat het om het opvullen van lacunes die niet door reguliere bedrijven worden uitgevoerd”, aldus Caroline Gennez. Op basis daarvan bouwt Oprit W innovatieve projecten uit waardoor langdurig werkzoekenden en kortgeschoolden aan het werk kunnen.
“Eén van de opties is een klusjesdienst en hulp voor ouderen als ondersteuning bij hun dagelijkse taken of om de mantelzorgers te ontlasten. Bedoeling is om hen te ondersteunen bij de uitvoering van dagelijkse taken. Dit komt tegemoet aan de doelstellingen van het Zilverplan, het ouderenbeleidsplan van de stad, waarbij ouderen de kans krijgen om zo lang mogelijk zelfstandig te zijn en thuis te blijven wonen”, verklaart Caroline Gennez. “Een andere mogelijkheid is het inzetten van fietskoeriers in de autoluwe binnenstad als onderdeel van slimme en duurzame stedelijke distributie, een thema waar we met de stad eveneens op inzetten.”