De provincie Antwerpen stelt haar meerjarenplan 2026–2031 voor en kiest voor focus, maatschappelijke meerwaarde en gezonde financiën. In totaal wordt 368 miljoen euro geïnvesteerd in projecten die de leefkwaliteit verhogen, de open ruimte beschermen en economische groei stimuleren. Tegelijk wordt de algemene provinciebelasting voor gezinnen en alleenstaanden afgeschaft vanaf 2026.
“Met dit meerjarenplan maken we duidelijke keuzes,” zegt eerste gedeputeerde Luk Lemmens (N-VA). “We investeren waar we het meest maatschappelijke meerwaarde creëren en doen dat op een financieel verantwoorde manier. Onze begroting blijft in evenwicht en we verlagen de belastingdruk, terwijl we tegelijk ruimte maken voor gerichte investeringen in de toekomst van onze provincie.”
Volgens gedeputeerde Jinnih Beels (Vooruit) gaat het om sociale keuzes: “Het is voor ons belangrijk om de gezinsbelasting af te schaffen zonder in te boeten aan de kwaliteit van onze dienstverlening aan lokale besturen en door tegelijk te blijven investeren in ons personeel. Onze keuzes garanderen dat investeringen én de toegankelijkheid van het provinciale aanbod behouden blijven.”
De provincie richt zich in de komende beleidsperiode op haar kerntaken: samenwerking met lokale besturen, grondgebonden bevoegdheden en beleid met langdurige impact. De nieuwe Dienst Lokale Besturen moet de ondersteuning aan gemeenten en steden verder versterken.
Ook investeringen blijven een prioriteit. De provincie voorziet onder meer in veilige fietsroutes, meer groen en ruimte voor water, en kwaliteitsvol onderwijs. Innovatie en ondernemerschap worden gestimuleerd via de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij, en ook Kamp C, de Hooibeekhoeve en het Praktijkcentrum voor Pluimveehouderij blijven inzetten op duurzaam bouwen en landbouw.
“We investeren niet alleen in stenen, maar ook in kennis,” benadrukt Beels. “Door expertise te bundelen binnen onze diensten en agentschappen versterken we lokale handelaars, landbouwers en besturen.”
Financieel blijft de provincie gezond. De afschaffing van de gezinsbelasting wordt deels gecompenseerd door een beperkte verhoging van de opcentiemen op de onroerende voorheffing van 145 naar 160. Daardoor daalt de totale provinciale belastingdruk structureel met ruim 90 miljoen euro deze legislatuur.
“Door duidelijke keuzes te maken, behouden we onze financiële slagkracht,” besluit Lemmens. “We schaffen de algemene provinciebelasting af voor gezinnen en alleenstaanden, maar blijven investeren in wat echt telt. Zo houden we de provincie financieel gezond en toekomstgericht.”
De inhoudelijke bespreking van het meerjarenplan volgt in december tijdens de provincieraad.
