In februari 2012 viel het hoofd van het beeld namelijk naar beneden, ongetwijfeld veroorzaakt door de langdurige strenge vriesperiode. Ondanks de val van bijna 15 meter hoog bleef het gelaat van Maria intact. De kroon die ze droeg ging helaas grotendeels verloren. Om verdere schade en om verdere ongelukken te voorkomen werd het beeld voorlopig met plastiek folie omwikkeld door de technische diensten van de stad Lier.
De Gasthuiszusters-Augustinessen van Lier, die het klooster sinds 1994 betrekken, vertrouwden de gevallen brokstukken toe aan een deskundige inzake middeleeuwse beeldhouwkunst, die reeds een vijftiental jaar tevoren hun aandacht had gevestigd op het gevelbeeld, dat uit de veertiende eeuw zou dateren, en dus veel ouder zou zijn dan de kerk zelf. De kloosterkerk werd immers tijdens de eerste wereldoorlog geheel verwoest, en in 1923 heropgebouwd. Waarschijnlijk heeft men daarom steeds aangenomen dat het beeld in de gevel ook uit deze periode stamt. Het is immers niet opgenomen op de lijst van onroerend erfgoed of als monument ingeschreven. Door de onbereikbaarheid van het beeld in de hoge gevelnis, werd het ook nooit onderzocht.
Na de val van het hoofd kon echter een deel van het beeld van nabij worden bestudeerd. Daarbij bleek al snel dat de overschildering met grijze verf een dikke laag vormt van twintig tot dertig opeenvolgende verflagen. Dat wijst in ieder geval al op een hoge ouderdom. Daar waar de verflagen losgekomen zijn, is hier en daar de oorspronkelijke steen zichtbaar, en sporen van een vergulding. De steen zelf is een ledische zandsteen, waarschijnlijk steen van Gobertange, gezien zijn uitzicht en hardheid. Al deze elementen gaan in de richting van een bevestiging van een middeleeuwse herkomst voor dit beeld.
Het belangrijkste element daarvoor blijft uiteindelijk de algemene stijl van het beeld zelf. Die stijl behoort tot de veertiende eeuw, en kan zelfs stilistisch in de jaren 1370-1380 worden gedateerd. Dit betekent dat we hier te maken zouden hebben met een bijzonder zeldzaam kunstwerk. Stenen beelden van monumentaal formaat uit de veertiende eeuw zijn in ons land immers uiterst zelden bewaard gebleven. Naar schatting bestaan er slechts een twintigtal relevante voorbeelden van.
Behalve de datering is ook de herkomst van het beeld de aandacht waard. Is dit Mariabeeld in Lier gemaakt? Het historisch onderzoek dat ondertussen werd verricht laat vermoeden dat het beeld in ieder geval voor Lier werd gemaakt. Naar stijl en periode is het nauw verwant met het houten Mariabeeld naast de toegangspoort van het begijnhof en met een beschadigd Mariabeeld dat werd opgegraven bij de Gevangenispoort. Het huidige beeld is hetzelfde als het Mariabeeld dat bij de oprichting van het klooster in 1836 in de gevel werd geplaatst. Het werd beschadigd in de eerste wereldoorlog, maar gerestaureerd en teruggeplaatst in de nieuwe gevel van 1923. In 1836 is het ongetwijfeld uit Liers particulier bezit gekomen en werd het aan het klooster van de Arme Klaren Coletienen geschonken ter verfraaiing van de kerk, die toen in opbouw was. Er is dus alle reden om aan te nemen dat het beeld uit Lier zelf kwam.
Het beeld wordt op 8 mei 2013 uit haar nis gehaald, wat het mogelijk zal maken om het kunstwerk verder te onderzoeken en, naar wordt gehoopt, te restaureren. Van zodra het veilig geborgen is, zullen specialisten worden uitgenodigd om de mogelijkheden te bestuderen en voorstellen te doen. Er werd ook al beroep gedaan op de Koning Boudewijnstichting om dit project te begeleiden en tot een goed einde te brengen.