Vanaf 2027 voert Sint-Katelijne-Waver het Diftar-systeem in, waarbij inwoners betalen volgens de hoeveelheid restafval die ze aanbieden. De maatregel zorgt echter voor vragen over de haalbaarheid, de kostprijs en de praktische gevolgen, vooral voor wie in kleinere woningen of appartementen woont.
“Iedereen begrijpt het principe van ‘de vervuiler betaalt’, maar de invoering van Diftar mag geen blinde sprong worden,” zegt N-VA-gemeenteraadslid Jeroen Baeten. “De timing ligt vast, maar we moeten weten hoe de overgang concreet zal verlopen en hoe inwoners zich kunnen voorbereiden.”
Volgens Baeten is Diftar niet alleen een mentaliteitswijziging, maar ook een logistieke uitdaging. “Vandaag moeten gezinnen al verschillende afvalstromen beheren, en straks komen daar nog meer containers bij. Voor wie in een appartement of rijhuis zonder extra ruimte woont, is dat simpelweg niet haalbaar,” zegt hij.
Baeten waarschuwt ook voor de financiële gevolgen. “Sint-Katelijne-Waver scoort vandaag al heel goed op vlak van afvalscheiding en recyclage. De ruimte voor extra gedragsverandering is beperkt. In zo’n context dreigt Diftar te evolueren van een sturingsinstrument naar een extra belastinginstrument. Inwoners die al goed sorteren, mogen niet gestraft worden met hogere kosten.”
Hij pleit voor meer maatwerk, zoals gedeelde of centrale inzamelpunten voor appartementen, naar het voorbeeld van de buurgemeente Putte. “Daar werkt men met centrale inzamelplaatsen in de dorpskern. Dat is praktisch en sociaal slim. Zo’n systeem kunnen we ook hier onderzoeken.”
Tot slot benadrukt Baeten dat de communicatie rond Diftar beter kan. “De aankondiging kwam er via een gemeentelijk bericht, maar zo’n ingrijpende verandering verdient meer dan een mededeling. We moeten inwoners betrekken via infomomenten en kernraden, zodat er draagvlak ontstaat. Diftar kan werken, maar dan moet het eerlijk, praktisch en sociaal verantwoord gebeuren.”
Foto: Archieffoto.
