Na een vakbondsoverleg raakten gisteren de voorstellen van De Lijn bekend voor een nieuw busplan voor Mechelen. De vervoersmaatschappij moet in heel Vlaanderen besparen en dit lijkt grote gevolgen te hebben voor de stad. “De plannen die aan de vakbonden zijn voorgelegd, zijn voorstellen van De Lijn waarop het stadsbestuur geen advies heeft gegeven. Wij hebben wel al met De Lijn rond de tafel gezeten, waarbij De Lijn haar plannen toelichtte. Het gaat hier om een ingrijpende beslissing voor de Mechelaars en we willen daarom niet dat de Lijn over één nacht ijs gaat zonder inspraak van de stad, het personeel en de reizigers. We hebben heel wat vragen en opmerkingen die we willen bespreken. Voor ons is het essentieel dat de mobiliteit van elke Mechelaar gegarandeerd blijft en dat het comfort van de reiziger niet achteruitgaat. We zullen zelf alternatieven voorstellen want dit plan lijkt niet te voldoen aan de behoeften van de Mechelaar. De Lijn moet haar huiswerk grondiger maken, met overleg en inspraak”, verklaart schepen van Mobiliteit Karel Geys (sp.a).
De Lijn moet van Minister van Mobiliteit Hilde Crevits in heel Vlaanderen 60 miljoen euro besparen. Voor de provincie Antwerpen komt dit neer op meer dan 10 miljoen euro en daarvan zou één vijfde of twee miljoen euro in de regio Mechelen moeten gevonden worden. Karel Geys: “De besparingen moeten op een rechtvaardige manier gespreid worden. Zoals de voorstellen nu op tafel liggen, lijkt het dat de regio en dan vooral de stad Mechelen het zwaarst getroffen wordt terwijl de bevolking minder dan 10% van de provincie Antwerpen vertegenwoordigen.” Het Mechelse stadsbestuur wil samen met De Lijn op zoek gaan naar oplossingen. Karel Geys wil dat dit gebeurt op basis van objectieve gegevens. “We hebben De Lijn al gevraagd om ons cijfermateriaal te bezorgen over het aantal reizigers per halte om de impact van de plannen voor de Mechelaar in kaart te brengen. Alleen zo kunnen er gefundeerde beslissingen worden genomen. Deze cijfers hebben wij pas maandagavond gekregen van De Lijn en die willen we nu bestuderen en verfijnen. Op basis daarvan zullen we voorstellen uitwerken die de mobiliteit in onze stad garanderen. Dit lijkt ons de meest eerlijke manier want de Mechelaars mogen niet het slachtoffer worden van de besparingsdrift van De Lijn.”
Het stadsbestuur wil dat de mobiliteit en het comfort van de reiziger centraal blijven staan. De voorstellen die nu op tafel liggen, lijken niet tegemoet te komen aan die voorwaarden. “Het idee om in de binnenstad kleinere bussen te laten rijden, is op zich niet slecht. Overstappen moeten wel tot het strikt noodzakelijke beperkt worden en de frequentie moet voldoende hoog zijn. Niet alleen om mensen niet te lang te laten wachten, ook om overvolle bussen tijdens de spitsuren te vermijden. Het comfort van de reiziger is belangrijk om mensen te overtuigen om de bus in plaats van de auto te nemen. Ik denk hierbij eveneens aan de chauffeurs van De Lijn: overvolle bussen verhogen de werkdruk en betekenen meer kans op problemen.”
De Lijn is van plan om de veranderingen in te voeren op 1 juli. Schepen van Mobiliteit Karel Geys zegt dat ook op het vlak van infrastructuur, de impact van de plannen van De Lijn eerst moet onderzocht worden. In het historische stadscentrum is het niet overal evident om bussen te laten rijden, zo kunnen bussen niet overal een bocht nemen. Ook wat de haltes betreft, moet er nog heel wat studiewerk worden gedaan. De stad is momenteel bezig met het plaatsen van 147 Mechelse bushokjes, een beslissing die al een tijd geleden genomen werd. Indien er haltes zouden verplaatst worden of verdwijnen, dan moet dit allemaal herbeken worden.
De stad betaalt jaarlijks 300.000 euro aan De Lijn in het kader van het ‘derdebetalerssysteem’. Deze investering past in het mobiliteitsbeleid van de stad, waarbij het STOP-principe de leidraad is: Mechelaars worden aangemoedigd om te stappen, trappen of het openbaar vervoer te verkiezen boven de auto. “We hebben de voorbije jaren hard gewerkt aan de invulling van het duurzaam mobiliteitsbeleid. Alle puzzelstukjes moeten hiervoor in elkaar passen: de uitbouw van fietsinfrastructuur, het parkeerbeleid, de autoluwe binnenstad, de verkeersveiligheid. Dit vereist ook een fijnmazig netwerk van buslijnen waarbij de verschillende wijken en dorpen, maar ook de vesten, de binnenstad, het station en belangrijke trekpleisters bediend worden door De Lijn. We willen absoluut niet dat dit op de helling wordt gezet en dat Mechelaars die nu kiezen voor de bus, niet anders kunnen dan de auto te nemen”, zegt Karel Geys. Ook voor heel wat specifieke doelgroepen kunnen de voorstellen van De Lijn voor problemen zorgen. “Heel wat Mechelse senioren verplaatsen zich met de bus: dit is voor hen hét vervoermiddel om actief te blijven en niet te vereenzamen. Ik denk ook aan de duizenden leerlingen die elke dag in Mechelen met de bus naar school gaan. En wat dit betekent voor de winkelstraten en de handelaars in de binnenstad, verdient ook de nodige aandacht. Vooraleer definitieve beslissingen worden genomen, moet de impact van de besparingsplannen van De Lijn veel grondiger bekeken worden.” besluit Karel Geys.
Ook coalitiepartner Groen heeft bedenkingen bij het besparingsplan. “Voorlopig bestaat er nog heel wat onduidelijkheid over de concrete plannen, ook over de plannen in Mechelen. Zoals alle lokale besturen zal ook Mechelen nog overleg hebben met De Lijn. Het lijkt erop dat De Lijn de frequentie van enkele lijnen gevoelig wil terugschroeven en dat bepaalde lijnen helemaal zullen sneuvelen. De nieuwe snelle stadsbus langs de stations, Bruul, Veemarkt en IJzerenleen zou dan weer wel een verbetering kunnen zijn. Niet elke verandering is per definitie een slechte zaak, maar het aanbod moet wel breed en toegankelijk blijven”, vindt Groen-voozitter Kristof Calvo.