Vlaams minister Geert Bourgeois (N-VA), bevoegd voor Onroerend Erfgoed, ondertekende vandaag de voorlopige bescherming van het stadsgezicht van het Groot Begijnhof in Mechelen. Het gaat om een uitbreiding van de bestaande bescherming als stadsgezicht. In principe volgt, na het doorlopen van de procedure met onder meer een openbaar onderzoek, binnen het jaar de definitieve bescherming. Het begijnhof is gesticht in de 13de eeuw en is sinds het eind van de 16de eeuw gevestigd binnen de stadsmuren.
Tot vandaag kende het begijnhof twee afzonderlijke beschermingsbesluiten: sinds 1976 was een deel beschermd als landschap, sinds 1985 was het deels beschermd als stadsgezicht. “Uniek aan dit begijnhof is het asymmetrisch en onregelmatig stratenpatroon,” aldus minister Bourgeois. “Net dit unieke stratenpatroon, atypisch voor een begijnhof, viel door de afbakening van de vorige beschermingsbesluiten deels buiten de bescherming.” Het Mechelse begijnhof vormde als het ware een stad in de stad, afgesloten door poorten, huizenrijen en een deel van de stadsmuur. Het begijnhof, ruim 19 ha groot, was de verblijfplaats voor 1.500 begijnen.
In 1998 is het Groot Begijnhof opgenomen op de lijst van werelderfgoed van UNESCO. De stad laat nu een herwaarderingsplan opstellen voor het Groot Begijnhof. Naar aanleiding van dit plan is het aangewezen om van het begijnhof één coherent stadsgezicht te maken dat de beide vroegere beschermingen omvat met inbegrip van het volledige stratentracé.