Mechelen mag trots zijn op haar prachtige Groot Begijnhof, dat door UNESCO is erkend als werelderfgoed. De stad heeft samen met de eigenaars de restauratie van twee begijnhofwoningen voltooid. “‘Sint-Job’ en ‘Sint-Liborius’ in de Nonnenstraat 6 en 8 zijn beschermde monumenten. Deze twee 17de-eeuwse panden zijn volgens de regels van de kunst gerestaureerd en heringericht als woningen. Het resultaat mag er zijn en dankzij deze inspanningen zal dit erfgoed hopelijk nog eeuwenlang meegaan”, verklaart schepen van Monumentenzorg Karel Geys (sp.a).
De vroegste vermelding van begijnen in Mechelen dateert van 1209, toen ze een huis in de huidige Begijnenstraat betrokken. Op het einde van de 16de eeuw kregen ze de toelating om een nieuw hof op te richten rond de Nonnenstraat. ‘Sint-Job’ en ‘Sint-Liborius’ zijn twee typische 17de-eeuwse begijnenwoningen in traditionele bak- en zandsteenstijl. “Toen de huidige eigenaar deze panden aankocht, verkeerden ze in slechte staat. De stad heeft een premie van €23.870 verleend omdat deze noodzakelijke restauratie bijdraagt tot de uitstraling van ons historisch stadscentrum”, aldus Karel Geys.
De 17de-eeuwse kamerindeling, de historische interieurelementen zoals de houten spiltrappen en de materialen zijn zo weinig mogelijk gewijzigd. Alleen de 19de-eeuwse aanbouw tegen Nonnenstraat 8 is vervangen door een eigentijdse uitbreiding. De dakbedekkingen van beide panden werden volledig vernieuwd. Voor de straatgevel van ‘Sint-Liborius’ werd gekozen om terug te gaan naar het 19de-eeuwse uitzicht met witgeschilderde bepleistering. “Dit is een succesvol voorbeeld van een vruchtbare samenwerking tussen private eigenaars en de stad om een historisch pand te restaureren. Ik hoop dan ook dat vele Mechelaars en bezoekers eens een kijkje gaan nemen in ons Groot Begijnhof. Volgende stad is de restauratie van de waardevolle Begijnhofkerk, die we momenteel aan het voorbereiden zijn”, besluit Karel Geys.