In opdracht van het stadsbestuur begeleidt het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG) De Pont Mechelse leerlingen met gedragsproblemen. De samenwerkingsovereenkomst met De Pont werd zopas geëvalueerd. “De resultaten van het verslag van het afgelopen schooljaar zijn zeer positief. Alle betrokken partners zijn tevreden en de intensieve begeleiding werpt vruchten af. We blijven dan ook investeren in dit waardevolle project”, aldus schepen van Onderwijs Caroline Gennez (sp.a).
Het project Probleemgedrag Op School (PrOS) bestaat uit individuele gesprekken, gezinsbegeleiding en overleg met andere partners. Dikwijls gaat het om leerlingen die te maken hebben met een complexe problematiek. De problemen situeren zich meestal niet alleen op school, vaak is er ook sprake van een moeilijke thuissituatie. “De meerderheid van deze kinderen en jongeren heeft te kampen met ‘acting-out gedrag’ zoals woede-uitbarstingen. Een geïntegreerde aanpak is noodzakelijk en het PrOS-project slaagt hierin. De stad overlegt trouwens op regelmatige basis met de onderwijspartners over PrOS en zij zijn eveneens zeer tevreden”, aldus Caroline Gennez.
De evaluatie van vorig schooljaar geeft een duidelijk overzicht van wat er in het kader van PrOS is gerealiseerd. Alle betrokken partners werden bevraagd over hun bevindingen. Afgelopen schooljaar werden er 23 leerlingen begeleid uit het basisonderwijs en 87 leerlingen uit het secundair onderwijs. “De gemiddelde tevredenheidscore van ouders, leerlingen, leerkrachten en CLB’s bedraagt 86%. De intensieve aanpak wordt als een meerwaarde beschouwd. De neutrale positie, de bereikbaarheid en de open communicatie van de PrOS-medewerkers worden door de scholen geapprecieerd. Ook de ouders ervaren de betrokkenheid en de ondersteuning als een grote hulp.”
Van de leerlingen uit het secundair onderwijs werden er 22 individueel begeleid, waarbij drie maanden intensief wordt overlegd met de leerling, de ouders en de school. Zes jongeren kregen groepsbegeleiding, waaronder een tweedaagse waarbij gewerkt wordt rond samenwerking en vertrouwen. Voor de meerderheid van de leerlingen (43) bleek een korte time-out het meest geschikt. Zij konden 5 tot 10 dagen aan herstelgericht groepsoverleg doen of een zinvolle activiteit uitoefenen. Voor 16 jongeren was een langere time-out noodzakelijk: zij kregen 4 weken lang buitenschoolse begeleiding. “De grote meerderheid van alle begeleide leerlingen hebben een A-attest behaald in juni. Belangrijk is het herstelgericht werken: de banden met ouders en/of school moeten hersteld worden. We willen echter ook op lange termijn deze jongeren een betere toekomst bieden door samen met hen naar een zinvolle vrijetijdsbesteding of een creatief project te zoeken. Ook na het PrOS-traject worden ze opgevolgd en indien nodig doorverwezen naar andere vormen van hulpverlening. Dankzij PrOS krijgen ze een nieuwe kans in het leven en de meesten grijpen deze dan ook met beide handen”, besluit schepen van Onderwijs Gennez.