audioreactie schepen van Cultuur Frank Nobels (CDO) over ‘Niet van gisteren’:
Het Cultuurcentrum Mechelen dook in het recente artistieke verleden van de stad en stootte op een generatie kunstenaars die zich in de jaren ’60 verzamelden en afzetten tegen het cultuurbeleid van de stad. De tentoonstelling ‘Niet van gisteren’ presenteert het recente werk van beeldende kunstenaars die tussen 1945 en 1975 in Mechelen debuteerden en vandaag nog actief zijn.
Eind jaren ’60 broeit er wat in Herten Aas, een kleine kroeg aan de Haverwerf in Mechelen. De jonge Mechelse artiesten die hier verzamelen tonen zich ontevreden over het cultuurbeleid van het stadsbestuur. De opleiding aan de stedelijke academie is weliswaar een goede technische leerschool met veel aandacht voor het metier, maar er is weinig ruimte voor eigen artistieke creativiteit. Bovendien wordt er slechts zelden over het muurtje gekeken naar wat er zich in de hedendaagse kunst afspeelt.
De tentoonstellingen die door de stad worden georganiseerd, richten de schijnwerpers op overleden gevestigde waarden als Rik Wouters en Gustave Van de Woestyne maar bieden geen kansen aan jonge beeldende kunst – laat staan jonge Mechelse kunstenaars. Hierdoor ontstaat in hun stamcafé – toevallig het geboortehuis van burgemeester Antoon Spinoy – een ‘klein cultuurcentrum’ waar bijna dagelijks jonge muzikanten op het podium staan en waar de bovenverdieping wordt ingericht als galerij.
Het voorstel van het Mechels stadsbestuur om in de Minderbroederskerk een Ernest Wijnants Museum te realiseren valt bij deze jonge snaken uiteraard in slechte aarde. Als reactie legt dit groepje Mechelse provo’s een plan voor aan de stad om van het Kultureel Centrum Antoon Spinoy een echte ontmoetingsplaats te maken. Onder de titel ‘Leve het centrum’ pleit dit ‘Progressief Komitee voor Artistieke Werking’ voor een levendig centrum waar alle lagen van de bevolking terecht kunnen. De stad moet openstaan voor alle nieuwe invloeden, tendensen en strekkingen in en omtrent cultuur, minder de nadruk leggen op het verleden maar meer aandacht besteden aan kunst en cultuur van de eigen tijd. Een cultuurcentrum zou een podium kunnen bieden aan professionelen en amateurs, en ruimte creëren voor jonge muzikanten en Mechelse kunstenaars.
De generatie kunstenaars die debuteerden tussen 1945 en 1975 heeft moeten strijden om een plaats te verwerven in het cultuurcentrum. Vandaag worden ze in het lang en het breed in een boek en een tentoonstelling voorgesteld.
De tentoonstelling presenteert het recente werk van 29 beeldende kunstenaars uit Mechelen die debuteerden tussen 1945 en 1975. De expo biedt geen retrospectieve blik, maar toont dat deze artiesten ook vandaag nog actief zijn. De meesten leven en werken nog steeds in onze stad, enkelen zijn uitgeweken naar buurgemeenten of Antwerpen, en sommigen hebben hun geluk gezocht in het buitenland.
Het boek dat verschijnt naar aanleiding van de tentoonstelling is niet opgevat als een tentoonstellingscatalogus. De publicatie schetst het artistieke milieu in Mechelen waarin deze beeldende kunstenaars zijn opgegroeid: De opleiding aan de academie onder Ernest Albert en Geert Reusens. De legendarische carnavalbals van Academia Het beruchte café Herten Aas van Frans Croes, verzamelplaats van hippies en provo’s (de kabouters). Het Progressief Komitee voor Artistieke Werking met Jan De Winter, Roger Van Ouytsel, Bodo Van de Voorde, Frans Croes, Pol Lemaire en Etienne Mylemans. De alternatieve scène op de Vismarkt, eind jaren ’60 – begin jaren ’70 (De Muze, de Verloren Zoon, den Akker en de eerste Dijlefeesten).
Daarnaast komt een hele generatie kunstenaars aan bod in een 90-tal biografieën. Kunstenaars zoals Frans Van den Brande en Frans Croes die omwille van ziekte niet meer in staat zijn om te werken, worden hier terug opgepikt.
Niet van gisteren: een generatie kunstenaars uit Mechelen tekent present.
24 oktober tot 19 december
Do – zo, 11-18u
Cultuurcentrum Mechelen – tentoonstellingszalen
Minderbroedersgang 5 in Mechelen
Gratis toegang