De overlegcommissie Voetbalinfrastructuur heeft zich uitgesproken over de kandidaturen van de oefenstadions voor het WK voetbal in 2018. Zes Vlaamse steden werden beoordeeld op verschillende criteria en op basis daarvan werd een ranglijst opgesteld. Het Mechelse stadion behaalde het hoogste aantal punten, gevolgd door Sint-Truiden. “We mogen trots zijn dat Mechelen er als beste uitkomt. Dit brengt ons een stap dichter bij de verwezenlijking van een nieuw gemeenschappelijk stadion voor onze twee voetbalclubs KV Mechelen en Racing Mechelen. Het gevolg van dit advies is immers dat, na de goedkeuring door de Vlaamse Regering, de onderhandelingen over een goedkope lening van 5 miljoen euro kunnen worden opgestart”, verklaart een tevreden Mechelse schepen en Vlaams parlementslid Caroline Gennez (sp.a).
Het advies van de commissie staat vrijdag op de agenda van de Vlaamse Regering. Het is de bedoeling het Maneblussersstadion te bouwen in de afslaglus van de E19 naar de R6. Er komen 12.000 zitplaatsen en 6.000 staanplaatsen die voor Europese wedstrijden kunnen omgebouwd worden tot 3.000 zitplaatsen. Indien België en Nederland het WK zouden binnenhalen, kan de Mechelaar in 2018 verschillende wereldsterren live aan het werk zien. Naast Mechelen, scoorde ook Sint-Truiden zeer goed. Caroline Gennez is dan ook zeer tevreden met het advies van de overlegcommissie. Ook de kandidaturen van Lokeren, Zulte-Waregem, Westerlo en Leuven blijven in de running en kunnen nog steeds weerhouden worden.
Mechelen scoort vooral goed wat het maatschappelijk draagvlak betreft. “Dat is uiteraard niet verwonderlijk als je ziet hoe het voetbal leeft in onze stad. Bovendien staan zowel KV Mechelen als Racing Mechelen achter het project. Ook communitywerking en een verzekerde sociale benutting van het stadion wogen zwaar door bij de quotering van het maatschappelijk draagvlak. Mechelen kreeg hiervoor dan ook hoge punten. De twee clubs hebben samen een eigen vzw opgericht, Hattrick, en maken op die manier deel uit van Open Stadion”, aldus Caroline Gennez. In de commissie sport van het Vlaams Parlement stelde Gennez hierover afgelopen donderdag een vraag aan de bevoegde minister. “De vzw Hattrick levert prachtig werk, maar stuit vaak nog op een aantal hindernissen. Ik heb aan de minister dan ook gevraagd om de Proeftuin Open Stadion structureel te verankeren en de budgetten hiervoor over een langere termijn dan één jaar toe te kennen. Op die manier kunnen de clubs de sociale projecten nog beter uitwerken”.
“Daarnaast behalen we dankzij de grondige voorbereiding van onze kandidatuur een hoge score op het vlak van ruimtelijke ordening, mobiliteit, leefmilieu en duurzaamheid. Zowel over parking als openbaar vervoer en fietsaccommodatie is er goed nagedacht. Ik ben verheugd dat we voor dit dossier over de partijgrenzen heen hebben samengewerkt. Mechelen profileert zich hiermee als een echte sportstad. Ik zal er vanzelfsprekend alles aan doen om samen met mijn collega’s dit dossier ook op Vlaams niveau te blijven verdedigen”, aldus Caroline Gennez.
Deze beslissing is een belangrijke stap in de verwezenlijking van het voetbalstadion, maar er is nog een lange weg te gaan. Het is net omdat een realistisch dossier werd samengesteld, dat Mechelen een positieve beoordeling heeft gekregen. “Ook indien de Vlaamse Regering het advies bevestigt, is het belangrijk om niet uit het oog te verliezen dat er nog heel wat hindernissen moeten genomen worden. De stad is reeds eigenaar van de afslaglus zelf, maar de bijkomende gronden in de buurt moeten nog verworven worden. Het gaat om de naastgelegen bufferzone en een klein deel op de terreinen van Electrabel. Naast het stadion komt immers een retailpark voor winkelketens met grote oppervlaktes vanaf 1.000m². Het gaat hier zeker niet om een shoppingcenter maar vooral om de herlokalisatie en groepering van grote baanwinkels, zoals bepaald in het Mechelse Commercieel Strategisch Plan. Aangezien het om moerassige bodem gaat, zal er ook een terreinonderzoek met grondsonderingen plaatsvinden. De volgende stap is het wijzigen van het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (GRUP), wat de komende twee à drie jaar kan gerealiseerd worden op voorwaarde dat iedereen achter het project blijft staan. Deze termijn is vrij lang omdat ook de opmaak van een planmilieu-effectrapport voor het hele gebied noodzakelijk is, waarbij eveneens de gevolgen op het vlak van mobiliteit onderzocht worden. We willen er bovendien een duurzaam en energie-efficiënt complex van maken. In het beste geval kunnen we het bouwdossier binnen drie tot vier jaar indienen, om dan ten vroegste in 2014 met de bouw van het stadion te beginnen”, besluit Caroline Gennez.