In Mechelen zijn ze op initiatief van Canvas op zoek naar de maag en de ingewanden van Margaretha van Oostenrijk. Dat het stoffelijk overschot van Margaretha werd verdeeld en op verschillende plaatsen werd begraven, vindt zijn oorsprong in het vorstelijk begrafenisceremonieel. Die gescheiden begraving begon al in de Middeleeuwen en houdt verband met de reliekenverering van heiligen.
Koningen en keizers waren door God uitverkoren en dus, net zoals bij heiligen, was ook een vorstelijk graf een plek van verering. Haar lichaam van Margaretha werd begraven in Brou, Zuid-Frankrijk, maar waar zijn haar maag en ingewanden gebleven? Mogelijk liggen die begraven onder een tegel in de Sint-Pieter en Paulkerkkerk. De stad financierde hiervoor het huidige onderzoek.
“Na overleg met 3DSoil, de firma die grondradaronderzoek doet, en het studiebureau Herelixka, dat de vloerwerken opvolgde in 1981, werd duidelijk dat het mogelijk moet zijn om een bruikbaar scanbeeld te bekomen van de ondergrond van de kerkvloer, om zo de loden urne – indien nog aanwezig – te lokaliseren. Indien de loden urne gevonden wordt, zou het een mooie meerwaarde zijn voor het historische verhaal van de Sint-Pieter en Paulkerk”, aldus schepen van Monumentenzorg Greet Geypen, die het onderzoek met veel interesse volgt.
Onderzoek
Stad Mechelen financierde het onderzoek, dat op dinsdag 29 november startte in de Mechelse Sint-Pieterskerk. Het onderzoek wordt gevoerd door 3DSoil i.sm. de Universiteit Gent, de dienst Monumentenzorg van de stad Mechelen, de Kerkfabriek van Sint-Pieter én Canvas. Met een grondradar werd een scan gemaakt van de bodem onder de kerkvloer.
Oorspronkelijk waren de maag en ingewanden bijgezet in de oude hofkerk van Sint-Pieter naast het paleis van Margaretha (aan de overkant van de huidige Sint-Pieter en Pauluskerk). Eerst onder een eenvoudige koperen grafplaat, later in een albasten monument in renaissance-stijl. Er was echter een probleem met die kerk. In de 18de eeuw was het gebouw erg bouwvallig geworden.
Marmeren tegel
Aan de overzijde van de straat stond intussen een mooie barokkerk (de huidige Sint-Pieter en Pauluskerk), verbonden aan het Mechelse Jezuïetenklooster. Toen die kloosterorde in 1773 werd opgeheven en de kloosterkerk vrij kwam, nam de parochie van Sint-Pieter zijn intrek in die leegstaande kerk en liet de oude Sint-Pieterskerk afbreken. In 1778 werd de loden urne met Margaretha’s ingewanden plechtig overgebracht en bijgezet onder een grote marmeren tegel in het koor van de nieuwe Sint-Pieter en Paulkerk.
Blikken bus
Maar in 1981 werd de kerkvloer heraangelegd en bij die werken zouden de arbeiders een ‘blikken bus’ gevonden hebben. Volgens een gerucht zouden de vloerders, niet wetend wat deze urne inhield, het reliek op de vuilniscontainer gegooid hebben. Een ander verhaal zegt echter dat één arbeider toch wel inzag dat het misschien iets speciaals was. Hij zou het terug geplaatst hebben onder de tegel in het koor. Een derde versie zegt dat begraven op de oorspronkelijke plek in het koor intussen onmogelijk was, want daar was al beton gestort. Daarom zou deze arbeider de urne even verderop voor het Maria-altaar hebben begraven, waar de bevloeringswerken nog aan de gang waren, maar zonder aanduiding of markering.
Met een grondradar werd een scan gemaakt van de bodem onder de kerkvloer. Dat leverde een beeld op waarop ‘iets’ (wellicht een holte) te zien is. Stad Mechelen laat in de volgende weken een fysiek archeologisch onderzoek uitvoeren, dat verder uitsluitsel moet brengen. Er zal één tegel uitgebroken worden en via een gat in de betonplaat wordt geïnspecteerd of er zich iets bevindt in de ontdekte holte. Wie weet wordt de plek gevonden waar de urne van Margaretha ligt.
foto: stad Mechelen