Woensdag is het straatnaambord van het Irene Spickerplein in Mechelen onthuld. Dat plein bevindt zich tussen de Goswin de Stassartstraat en de Edgar Tinellaan. De plechtigheid werd bijgewoond door Uziel Awret, dat is de zoon van Irene Spicker, buurtbewoners en een cameraploeg van De Chinezen. Het productiehuis maakt een tv-programma dat oproept om meer vrouwennamen te vereeuwigen in het straatbeeld.
“We verwelkomen het tv-format van Sofie Lemaire in onze stad met open armen, want het thema staat hier hoog op de politieke agenda”, begint schepen van Gelijke Kansen Gabriella De Francesco. “Begin dit jaar waren in Mechelen bijna 120 straten naar overleden personen genoemd. Maar 10% daarvan was een vrouw. Dat moet anders. Mechelen was in de geschiedenis een stad in vrouwenhanden en heel wat vrouwen hebben veel voor onze stad betekend. In de meeste gevallen hebben ze daar zelfs harder voor moeten knokken dan hun mannelijke tijdgenoten. Ze verdienen die erkenning in het straatbeeld.”
In de loop van 2019 kwamen er in Mechelen een Berthe Seroenstraat, Anna Paulownaboomstraat, Feminastraat en Katelijne Janssensstraat bij. Recent werd ook de naamgeving van het Irene Spickerplein en Alice Nahonplein goedgekeurd, net als de naamswijziging van de Faid’Herbestraat naar de Lucas-en-Maria Faydherbestraat.
“Er zijn veel beperkingen waar een stads- of gemeentebestuur rekening mee moet houden bij de naamgeving van een nieuwe straat”, aldus Greet Geypen, schepen van Stadsontwikkeling. “Een belangrijke voorwaarde om een straat of plein een officiële naam te geven is dat de betrokken persoon overleden is. We gaan zoveel mogelijk op zoek naar een historische of andere inhoudelijke link met de buurt. Bij de toewijzing van straatnamen letten we er de laatste jaren bewust op dat er meer vrouwen aan bod komen.”
Irene Spicker
De Joodse Irene Spicker werd tijdens de Tweede Wereldoorlog voor een lange periode geïnterneerd in de Mechelse Dossinkazerne en is daardoor één van de weinigen die het reilen en zeilen van het kamp heeft kunnen omschrijven. Haar memoires, artistiek werk en andere door haar bewaarde voorwerpen zijn dan ook van onschatbare waarde voor de reconstructie van het dagelijks leven in het kamp.
“Tijdens haar gevangenschap in de Dossinkazerne schilderde Irene Spicker het portret van het meisje met het rode haar en een groene jasje. Dit anoniem gebleven meisje werd vanuit Mechelen gedeporteerd. De kans dat zij bij aankomst in Auschwitz niet vermoord werd, is bijzonder klein”, legt Veerle Vanden Daelen uit, adjunct-algemeen directeur en conservator van Kazerne Dossin. “In het vernieuwde memoriaal zal dit portret een centrale plek krijgen in een ruimte met foto’s van vanuit Dossin gedeporteerde kinderen, als symbool voor de vele gedeporteerde kinderen van wie niet eens een foto bewaard gebleven is. Bovendien heeft Irene behalve haar eigen werk ook voorwerpen en artistiek werk van andere geïnterneerden, die wel gedeporteerd werden en de deportatie niet overleefden, kunnen bewaren. Al deze historisch belangrijke stukken schonk ze later aan musea. Voor Kazerne Dossin is het werk en de getuigenis van Irene Spicker bijzonder waardevol.”
Babbelbox
Onder de noemer #meervrouwopstraat lanceerde televisiemaakster Sofie Lemaire een oproep om meer gerenommeerde vrouwen te vereeuwigen op straatnaambordjes. De steden Brussel, Antwerpen, Gent, Brugge, Oostende, Leuven en Mechelen sprongen mee op de kar en engageerden zich om meer aandacht aan vrouwennamen te schenken. De opnames van het Canvas-programma lopen momenteel volop.
De komende weken verzamelen Sofie Lemaire en haar ploeg trouwens nog meer verhalen over straffe vrouwen. Op donderdag 17 en vrijdag 18 oktober staan ze hiervoor met hun #meervrouwopstraat-container, een soort babbelbox of pop-upstudio, op de Grote Markt in Mechelen. Iedereen met verhalen over straffe vrouwen kan dan langskomen met oude foto’s, brieven of andere curiosa om zijn of haar verhaal te illustreren.