De zeventiende-eeuwse Begijnhofkerk in de Nonnenstraat heeft een schitterende barokke voorgevel, geïnspireerd op Italiaans model. Helaas hebben nog niet veel Mechelaars die gevel in al zijn pracht en praal gezien. We schrijven anno 1986 als er een groot stuk natuursteen van de toren naar beneden valt. De stad liet toen stellingen met vangbakken plaatsen rondom de kerk, om vallende brokstukken op te vangen.
Zorgenkindje
“De Begijnhofkerk is een beetje het zorgenkindje van onze Mechelse kerken. De problemen zijn er altijd al geweest, zowel tijdens als na de bouw. Vele buurtbewoners hebben de kerk nooit anders gekend dan in de stellingen. Ooit moesten de stellingen zelf gerestaureerd worden. In oktober is het zover en verdwijnen de stellingen, zodat de kerk weer een prominente plaats in de buurt kan opnemen en de buurtbewoners eindelijk kunnen genieten van dit prachtige monument”, aldus schepen van Monumentenzorg Greet Geypen.
Buitenrestauratie bijna volledig afgerond
Eind 2014 werd de meest recente buitenrestauratie aangevat. Het project werd opgedeeld in twee loten: eentje voor het aanpakken van de gevels en de daken, uitgevoerd door aannemer Monument – Vandekerckhove en een tweede specifiek voor de glas-in-loodramen door aannemer Verstraete-Vanhecke.
“De zuidelijke zijgevel is volledig afgewerkt, de noordelijke zijgevel is op een paar details na klaar en momenteel zijn de werken aan de natuursteen van de voorgevel vergevorderd. Tegen begin oktober zijn ook deze werken klaar en volgt de afbraak van de stellingen. Ook de werkzaamheden aan de toren en de daken zijn zo goed als klaar”, weet Greet Geypen.
Onvoorziene werken
Tijdens deze restauratiefase kwamen een aantal onvoorzienbare zaken aan de oppervlakte zoals de slechte staat van het restauratie van het torenkruis en de restauratie van de galmborden. De grootste tegenslag kwam er echter toen men van op de stellingen vaststelde dat er 40 jaar geleden bij de restauratie van het dak minderwaardige Spaanse leien gebruikt werden.
“Leien die ontegensprekelijk binnen dit en een periode van vijf jaar opnieuw voor problemen zouden zorgen. Om te beletten dat de kerk opnieuw in de stellingen zou komen te staan hebben we beslist om de leien van het schip en de zijbeuken integraal te vernieuwen”, zegt Greet Geypen.
Aan het vernieuwen van het dak hangt een stevig kostenplaatje: € 428 000. Om dat bedrag te compenseren werden er een aantal voorziene werken op de zolders en in de toren niet uitgevoerd. Ook het hekwerk zal niet terug rond de kerk geplaatst worden. Het dateert van het begin van de 20ste eeuw, geeft de kerk een weinig gastvrije uitstraling en bemoeilijkt het onderhoud.
De glas-in-loodramen werden zorgvuldig gerestaureerd in het atelier van de aannemer. Het blanke glas-in-lood van de hoge lichtbeuk is reeds teruggeplaatst. Voor het gekleurde glas-in-lood van de zijbeuken wordt er gewacht op het einde van de binnenrestauratie.
Alle glas-in-lood krijgt een zogenaamde museale opstelling achter een veiligheidsbeglazing. “Daardoor zijn de ramen beter beschermd tegen weer, wind en vandalisme. Veiligheidsbeglazing biedt bijkomend ook voordelen naar thermische isolatie en geluidsisolatie”, aldus de schepen van Monumentenzorg.
Voorjaar 2021 ook binnenrestauratie klaar
Ondertussen loopt ook de binnenrestauratie verder. In het voorjaar van 2021 moet de restauratie van de 17de-eeuwse barokkerk afgerond zijn. De kostprijs van de buitenrestauratie bedraagt zo’n € 5 897 934 (erelonen inbegrepen). Daarvan wordt € 4 541 470 gesubsidieerd. Het kostenplaatje van de binnenrestauratie bedraagt € 2 633 400 (erelonen inbegrepen), daarvan wordt € 1 786 000 gesubsidieerd.
Deze legislatuur werden er ook enkele andere succesvolle restauraties van kerken in de binnenstad gerealiseerd: Sint-Pieter en Pauluskerk, de Hanswijkbasiliek, de Sint-Janskerk en de Sint-Katelijnekerk. “Er is de afgelopen jaren heel hard gewerkt om onze monumentale gebouwen terug hun glorie van weleer terug te geven. Dat zijn we als historische stad ook aan onszelf verplicht. Door al deze ingrepen waarderen we niet alleen onze monumenten op, maar ook de hele binnenstad”, besluit Greet Geypen.
foto: stad Mechelen