Dergelijke misdrijven worden door politie en parket zeer serieus genomen en degelijk onderzocht, aangezien het kostenplaatje dat hiermee verbonden is, zeer hoog kan oplopen. Daarnaast ontwrichten valse bommeldingen ook de normale werking van de politiediensten en zorgen ze voor een onveiligheidsgevoel bij de bevolking.
Binnen de week werden alle daders van deze misdrijven gevat door de recherche van de lokale politie Mechelen-Willebroek aan de hand van telefonieonderzoek:
Aangaande de eerste bommelding, deze van dinsdag 24 november waarbij de school TSM werd ontruimd, werden 4 mogelijke verdachten geïdentificeerd, allen minderjarigen. Zij werden alle 4 ter beschikking van de jeugdrechter gesteld. Deze kan op dat moment voorlopige maatregelen nemen, gaande van huisarrest tot plaatsing in een gemeenschapsinstelling.
De tweede bommelding van dinsdag 24 november 2015 gebeurde via sms. Ditmaal werd de Synthra-school geviseerd. De dader, een 19-jarige jongeman uit Grimbergen, kon snel gearresteerd worden en mocht na verhoor beschikken, gezien het eerder om een uit de hand gelopen ruzie bleek te gaan.
De derde bommelding werd eveneens telefonisch gepleegd maar dan op woensdag 25 november. Hierbij werd niet overgegaan tot ontruiming, gezien geen specifieke school werd geviseerd. Het telefoontje in kwestie werd eveneens gepleegd door een meerderjarige, zijnde een 18-jarige jongeman uit Antwerpen. Aangezien hij dus meerderjarig is, werd hij voor de onderzoeksrechter gebracht die zijn aanhouding bevestigde.
Na afronding van de onderzoeken zullen de minderjarigen voor de jeugdrechtbank gebracht worden om de zaak ten gronde te behandelen. Deze kan ondermeer een berisping, een verdere ondertoezichtstelling van de sociale dienst of de uitvoering van een gemeenschapsdienst opleggen. De meerderjarige zal voor de correctionele rechtbank moeten verantwoorden. De straffen die deze kan opleggen voor een valse bommelding gaan van 3 maanden tot 2 jaar gevangenisstraf en een geldboete van 50 tot 300 Euro. De gemeente en eventuele andere benadeelden kunnen zich voor de jeugdrechter of de correctionele rechtbank burgerlijke partij stellen voor de schade die zij door de feiten hebben geleden.