De draagkracht van de mantelzorger kent echter ook zijn grenzen. Daarom stapt Sociaal Huis ook mee in een project dat een methodiek wil ontwikkelen om de mentale draagkracht van de mantelzorger te vergroten. Dit project, met de steun van Thomas More, loopt van september 2014 tot augustus 2016.
Door de vergrijzing zal een toenemend aantal ouderen de komende decennia zorg nodig hebben, zorg die de overheid steeds meer zoekt in de naaste omgeving van de zorgbehoevende: bijna één op vijf Vlamingen zorgt regelmatig (wekelijks of dagelijks) voor een ziek, gehandicapt of bejaard familielid, vriend, kennis of buur. Echter, de draagkracht van de mantelzorger kent ook zijn grenzen. Niet iedereen kan deze zorg, die vaak langdurig is, doorheen de tijd steeds intensiever én duur wordt, aan. Vaak zijn het bovendien de partners, eveneens ouderen, die deze intensieve zorg opnemen. Schepen Koen Anciaux (Open Vld), voorzitter van het Sociaal Huis: “Onderzoek leert dat wanneer mantelzorgers een grotere veerkracht hebben, zorgbehoevende ouderen langer in hun thuisomgeving kunnen blijven. Laat dit nu net een grote pijler van het Sociaal Huis-beleid zijn! Het inzetten op de draagkracht van mantelzorgers is dus voor ons een belangrijk thema.”
Stijgend aantal mantelzorgers in Mechelen
In 1993 werd voor het eerst een reglement goedgekeurd rond mantelzorgtoelages, op voorstel van toenmalig oppositie-gemeenteraadslid Koen Anciaux. Ondertussen ontvangen reeds meer dan 270 Mechelaars maandelijks deze toelage. Pas recent ziet het Sociaal Huis Mechelen een sterk stijgende tendens in het aantal mantelzorgers met toelage. In 2014 is het gemiddeld aantal mantelzorgers dat een toelage ontvangt ongeveer verdriedubbelt ten opzicht van 2012 (68 respectievelijk 230). Voor 2015 werd het budget voor de gemeentelijke mantelzorgtoelage bijgevolg aanzienlijk verhoogd tot € 100 000, rekening houdend met een verdere stijging van het aantal gerechtige mantelzorgers.
De spectaculaire stijging van bijna 200% sinds 2014 is te danken aan een sterkere inzet op de ondersteuning voor mantelzorgers door bredere bekendmakingsacties en de oproep voor nieuwe mantelzorginitiatieven. Daarnaast werd het reglement ook administratief vereenvoudigd waardoor de drempel verlaagd werd om een toelage aan te vragen. Op die manier worden niet alleen meerdere profielen mantelzorgers bereikt, maar ook de meer kwetsbare mantelzorgers.
Voor de oproep tot mantelzorginitiatieven werden er 6 geselecteerd, waarvoor het Sociaal Huis in totaal € 12 000 investeerde aan financiële ondersteuning van deze projecten. Alle geselecteerde initiatieven werden uitgevoerd in 2014. De gekendste daarvan waren:
Mantelzorg in kleur: gericht op mantelzorgers met een migratieachtergrond, en Mindfulness en Zelfcompassietraining voor mantelzorgers: gericht op de sociaal-emotionele ondersteuning van mantelzorgers. Deze laatste cursus start terug op in september.
Schepen Koen Anciaux, voorzitter van het Sociaal Huis: “De samenwerking met meerdere initiatiefnemers leidde tot interessante kruisbestuivingen. Hier willen in we 2015 nog meer op inzetten, en waar mogelijk nog meer samenwerking in de uitwerking van projecten creëren. “
“Hoewel het thema ‘ondersteuning van mantelzorg’ reeds enkele jaren op de agenda staat, wordt binnen het werkveld nog steeds de nood aan meer ondersteuning ervaren,” stelt Koen Anciaux. Daarom ondersteunt het Sociaal Huis de mantelzorgers ook op andere vlakken. Zo ontwikkelden haar beide woonzorgcentra een concrete visie rond mantelzorg, wordt er vier keer per jaar een Praatcafé Dementie georganiseerd in een lokaal dienstencentrum, is er een samenwerking met LOGO die de mantelzorger extra in de kijker. Tenslotte heeft het Sociaal Huis een zorgaanbod aan huis of op verplaatsing, zoals dagverzorgingscentra, kortverblijf, nachtopvang, …., die de mantelzorger kan ontlasten bij zorgtaken.
Inzetten op de veerkracht van de mantelzorger draagt niet alleen bij tot langer zelfstandig wonen van de zorgbehoevende, maar ook tot een hoger welbevinden van de mantelzorger. Ook dat is van belang: mantelzorgers kennen een significant hoger risico op eenzaamheid, wat op zijn beurt gepaard gaat met een hoger risico op gezondheidsproblemen. De draagkracht van de mantelzorger op structurele wijze verhogen, leidt dus direct en indirect tot lagere kosten voor de gezondheidszorg.
Pilootproject Sociaal Huis Mechelen: Er was eens … een mantelzorger
Sociaal Huis Mechelen en Thomas More (Vlaams Onderzoeks- en Kenniscentrum Derde Leeftijd (VONK3)) starten samen een pilootproject voor mantelzorgers. Het doel is de mentale draagkracht van de mantelzorger te vergroten. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de internationaal gevalideerde Lifestyle Redesign® methodiek, die in de Verenigde Staten vanuit de ergotherapie is ontstaan. Deze methodiek onderscheidt zich van bestaande praktijken zoals praatcafés omwille van zijn structurele en duurzame karakter, en zal hier specifiek vertaald, getest en geëvalueerd worden op de specifieke situatie van mantelzorgers. De resultaten hiervan worden in een draaiboek voor het werkveld gegoten.
De piloottest is een intensief trainingstraject van 6 maanden (oktober 2015 – maart 2016), waarbij de methodiek zal uitgetest worden in een groep van 10 tot 15 deelnemers. Zij nemen tweewekelijkse deel aan een groepsbijeenkomst en krijgen enkele individuele begeleidingen bij de mantelzorger thuis. De bijeenkomsten vormen zo een goede mix van psycho-educatie, lotgenotencontact en informatie. Voorts worden werkveldbezoeken georganiseerd waarbij de deelnemers een aantal van de aangereikte tips kunnen omzetten in de praktijk. In de pilootfase zal geëvalueerd worden of de methodiek aan zijn doelstellingen voldoet en waar eventueel nog bijgestuurd moet worden.
De groepsondersteuning in deze pilootfase wordt gratis aangeboden aan de deelnemers. “We bekijken samen met Thomas More wat de mogelijkheden zijn wat betreft het organiseren van opvang en vervoer voor de deelnemers, om drempels weg te werken voor meer kwetsbare mantelzorgers. Het is belangrijk dat ook zij de kans krijgen om deel te nemen,” vult Koen Anciaux aan. “Geïnteresseerden kunnen zich nog steeds aanmelden voor het project.”