Reuzinnen uit alle hoeken van Europa krijgen een prominente plaats in deze expo. Op 29 juni zal ook de Mechelse Moeder Reus uit de reuzenfamilie – die in 2013 nog tijdens de Ommegang door de straten trok – door een speciale transportfirma worden opgehaald om de reis naar Aat te maken.
Het grote publiek kon Moeder Reus voor het laatst zien tijdens de Ommegang in de zomer van 2013. Toen trok de hele reuzenfamilie onder grote belangstelling door de straten als onderdeel van de Hanswijkcavalcade. Deze processie trekt maar om de 25 jaar door de stad en is het enige moment waarop het publiek vader en moeder Reus kan bewonderen.
Ode aan de reuzinnen
In 1715 besloot de gemeenteraad van Aat om nieuwe elementen toe te voegen aan de oude processie ter ere van Saint-Julien: er kwam een praalwagen bij, een paardje en een vrouw voor Goliath. Haar aanwezigheid maakt de Filistijnse reus, gekend als een kwade bruut, wat menselijker. Dankzij haar intrede veranderde de processie ook: het huwelijk werd een belangrijk thema en er werd voor het eerst ook gedanst. Nu zijn Goliath en zijn vrouw een vaste waarde in Aat en weerspiegelen ze de identiteit van de stad.
Om het 300-jarig bestaan van Mevrouw Goliath te vieren organiseert het museum La Maison des Géants een expo over vrouwelijke reuzen in Europa en hun invloed op de processies. Er zal bijzondere aandacht worden besteed aan de culturele diversiteit van de reuzinnen. Naast reuzinnen uit Frankrijk, Spanje, Groot-Brittannië en Portugal, zal ook onze Mechelse Moeder Reus er te zien zijn.
“Onze 4,5 meter grote moeder reus trekt deze zomer naar Aat. Dat is één van de 10 steden die, net als Mechelen, opgenomen is in UNESCO’s immateriële werelderfgoedlijst met de befaamde reuzencultuur. Ook reuzen trekken er graag op uit tijdens een zwoele zomer. Soms keren ze terug met kindjes… zo blijft dit erfgoed levend”, aldus schepen van Cultuur Björn Siffer (Groen).
Moeder Reus zal vanwege haar lengte door een speciale transportfirma moeten worden vervoerd. Op 29 juni om 11u zal ze haar voorlopige thuis in de Nekkerhal verlaten voor een reis naar het museum in Aat.
Middeleeuwse oorsprong
De Reuzen zoals we ze nu kennen doken voor het eerst op aan het einde van de middeleeuwen in West-Europese steden. Ze namen deel aan religieuze en gemeentelijke processies, georganiseerd voor een lokaal feest, volksfeest of kerkwijding in Noord-Europa en voor een Festa Major (feest van de patroonheilige) in Spanje. Ze luisterden kerkelijke feesten (Pasen, Sacramentsdag of Corpus Christi) of carnavalsoptochten op. Sommige figuren namen ook deel aan een opvoering om de intrede van een koning of prins te vieren.
In de processies aan het einde van de vijftiende eeuw werden religieuze scènes uitgebeeld, gebaseerd op het Oude en Nieuwe Testament, zoals het gevecht tussen David en de Filistijnse reus Goliath of de legende van Samson, de Bijbelse held met zijn enorme kracht. Deze scènes werden vooral gebruikt om de godsdienst op een leuke en didactische manier aan te leren. Maar vanaf die eeuw, en vooral in de zestiende eeuw, werden reuzen ook steeds meer ingezet om het volk te amuseren en te vermaken.
Op dat moment kregen de Reuzen ook een persoonlijk leven en konden ze trouwen. Zo werd de Mechelse Moeder Reus geschapen rond 1549, als gezellin voor de reus, het eerste lid van de reuzenfamilie. Vaak werden er uit deze huwelijken kinderen geboren, wat ook in Mechelen gebeurde. In 2005 heeft Unesco de reuzen en reuzegrote dieren van diverse steden in ons land en in Frankrijk erkend als erfgoed en opgenomen in de lijst van immaterieel Werelderfgoed: Dendermonde, Mechelen, de Meiboom van Brussel, Aat en Bergen voor België; Cassel, Douai, Pezenas, Tarascon voor Frankrijk. De Patum van Berga in Catalonië, met zijn monsters en reuzen, staat ook op die lijst.
Meer info vind je hier
Foto: Stad Mechelen