Voordien werden de kunstenorganisaties door de stad gesubsidieerd met een bedrag dat per begunstigde organisatie werd bepaald. “Bij mijn aantreden als schepen van Cultuur was het me niet duidelijk aan de hand van welke criteria organisaties aanspraak konden maken op een betoelaging. Bij individuele en collectieve bevraging van de kunstenorganisaties kwam de nood aan een transparant subsidiekader duidelijk naar voor. Als spelverdeler weet je dan welke keuzes je moet maken.” zegt Björn Siffer.
Om tot een gedragen en evenwichtig subsidiekader te komen werd er gekozen voor een breed overleg met professionele kunstenorganisaties en werd er teruggekoppeld na advisering door de stedelijke Cultuurraad. “Het resultaat van dit participatietraject is een zo transparante en zo objectief als mogelijke betoelaging, die een met Vlaanderen complementair kunstenbeleid moet mogelijk maken. Met dit beleidsinstrument kan de stad Mechelen zowel haar eigen beleidsaccenten leggen als kansen creëren voor opstartende organisaties.” stelt Schepen Siffer.
Voor organisaties die niet binnen het Vlaamse Kunstendecreet structureel erkend zijn voorziet het reglement een basissubsidie. Wél binnen het Kunstendecreet structureel erkende organisaties krijgen een basissubsidie met daarbovenop een werkingssubsidie. Op vraag van de sector wordt die toegekend op basis van toekomstplannen van de komende twee kalenderjaren, wat een aanzienlijke planlastvermindering is. De werkingssubsidie wordt door een beoordelingscommissie gevaloriseerd op basis van 5 stedelijke criteria: lokale verankering in de stad, bovenlokale uitstraling van de activiteiten, de participatie van kinderen/jongeren/ gezinnen en de participatie van kansengroepen, de artistieke en organisatorische vernieuwing.
– Lokale verankering blijkt uit onder meer het bereikte publiek en het aantal voorstellingen in eigen stad, de samenwerking met andere actoren in de stad, de zichtbaarheid van de werking voor inwoners en bezoekers, het inspelen op stedelijke initiatieven zoals de seizoenopening en de seizoensgebonden bundeling van vrijetijdsactiviteiten in de zomer- of eindejaarperiode,…
– Bovenlokale uitstraling blijkt uit onder meer de bovenlokale, liefst (inter)nationale persaandacht, de deelname aan (buitenlandse) festivals, het ontvangen van (inter)nationale prijzen en vermeldingen, het aantal activiteiten buiten Mechelen, de omvang van het daarbij bereikte publiek, de mate waarin de stad Mechelen in beeld komt,…
– De aandacht voor participatie van kinderen, jongeren, en gezinnen blijkt uit onder meer de kwaliteit en de omvang van de activiteiten die voor deze doelgroep in Mechelen georganiseerd worden, uit de kwaliteit en eigentijdsheid van de communicatie waarmee deze doelgroep bereikt wordt, uit het zich inschakelen in de werking van overkoepelende initiatieven die de stad onderneemt waarbij ze de aandacht voor kinderen en voor kunstbeleving door kinderen centraal stelt.
– De aandacht voor participatie van kansengroepen blijkt onder meer uit het effectief bereiken van doelgroepen zoals niet-hooggeschoolden, cultuurdiverse burgers, personen met taalachterstand, personen in armoede,… Bij het organiseren van activiteiten is korting verlenen aan dragers van de UiTpas (kansenpas) een verplichting.
– Bij vernieuwing wordt in de eerste plaats gedacht aan artistieke vernieuwing en aan het ondersteunen van jonge makers, startende kunstenorganisaties. Maar vernieuwing kan zich ook aftekenen binnen de vele andere facetten van een kunstenorganisatie: doelgroepenbeleid, gebruik van nieuwe media, interdisciplinair werken, leggen van onverwachte verbanden binnen de stad, de economische aspecten,…
“Ik beschouw dit nieuwe toelagereglement als één van mijn belangrijke eerste verwezenlijkingen. Ik ben blij dat de kunstenorganisaties mee partner zijn om in Mechelen werk te maken van nog meer samenwerking, participatie en vernieuwing.” besluit Björn Siffer.
foto: Radio Reflex