Archeologen van de stad Mechelen ontdekten afgelopen week een unieke vondst op de site Stompaertshoek, daar waar de uitbreiding van het politiecommissariaat verwezelijkt zal worden. In de bodem vonden ze objecten van 6000 voor Christus die wijzen op de aanwezigheid van jagers-verzamelaars. Het is de eerste keer dat er prehistorisch materiaal wordt aangetroffen in het centrum van Mechelen.
Bij de opgraving werd afgelopen week een bijzondere vondst gedaan: in de natuurlijke bodem werden kleine prehistorische artefacten in silex gevonden. Deze werktuigen werden duidelijk ter plaatse gemaakt aangezien er ook kleine schilfers productieafval werden teruggevonden. De artefacten zijn te dateren in het laat-mesolithicum (ca. 6000 voor Christus) net voor de introductie van de landbouw in onze streken. Ze werden dus vervaardigd door jagers-verzamelaars. Het is de eerste maal dat er prehistorie wordt aangetroffen in het centrum van Mechelen. Prehistorische vondsten in steden zijn sowieso erg zeldzaam. Er zijn wel prehistorische baggervondsten bekend uit de Binnendijle en het Zennegat.
Ook uit meer recentere tijden werden er interessante archeologische sporen aangetroffen op de site. “Het terrein werd sinds de 14de eeuw gebruikt voor de middeleeuwse lakennijverheid (wolnijverheid). Vanaf de 17de eeuw nam een bleekweide de plaats in van de lakenindustrie. Op de bleekweide werd linnen gewassen en gebleekt. Uit de middeleeuwse of postmiddeleeuwse periode werd een zeer goed bewaard grachtensysteem in hout teruggevonden” weet Liesbeth Troubleyn, archeologe van dienst. “Twee grote waterbekkens met houten beschoeiing stonden met elkaar in verbinding door middel van een houten kanaaltje. Het grootste bekken had een verharding in natuursteen rondom de gracht en was vermoedelijk verbonden met de Lange Heergracht. Op deze manier kon men water naar het onderzochte perceel leiden” besluit Troubleyn.