De laatste weken is er heel wat commotie ontstaan over de nieuwe dienstregeling voor de Lijn zoals deze in samenspraak met het Stadsbestuur werd ingevoerd. Specifiek heeft o.a. het traject van de nieuwe ‘pendelbus’ via het jaagpad langsheen de Dijle in wijk Nekkerspoel voor heel wat onvrede gezorgd. Zoals bekend blijft op het jaagpad – in wezen bedoeld voor wandelaars en fietsers, maar zeker niet om er elke 10 minuten een bus te laten passeren – nog slechts 30 cm aan elke zijde over voor deze wandelaars en fietsers. Na protest van de buurt zoekt het Stadsbestuur nu naar een alternatief. Daarbij wordt o.a. gedacht aan verbreding van het jaagpad. Hiervoor zijn echter onteigeningen nodig zodat deze oplossing niet voor de hand ligt, alvast niet binnen een redelijke termijn. Intussen blijft de huidige regeling van toepassing. Bovendien is het weinig zinvol om een ganse procedure van onteigening en dure investeringen op private domeinen gaan te voeren, voor een dienstregeling die op elk moment opnieuw zou kunnen gewijzigd worden. Tevens dient vastgesteld te worden dat de pendel langsheen het jaagpad nauwelijks enkele reizigers per dag vervoert.
Daarom pleit CD&V-gemeenteraadslid Stefaan Deleus voor een duurzame oplossing, met toepassing van het STOP-principe. Het voorstel luidt: de pendelbus rijdt opnieuw vanuit de stad tot aan het rondpunt Putsesteenweg om vandaar via hetzelfde traject terug te keren. Op die manier wordt de ganse wijk Nekkerspoel opnieuw bediend (cfr. de vroegere lijn 1 die door vele kinderen en ouderen werd gebruikt). Het tijdverlies dat hierdoor ontstaat wordt gecompenseerd door de randparking aan de Nekker niet langer d.m.v. de pendelbus te ontsluiten. Voor de ontsluiting van de randparking wordt een systeem van huurfietsen ingesteld, met een zeer laag tarief voor het eerste half uur zoals dat reeds zeer succesvol toegepast wordt in Antwerpen of Brussel. Op een half uur bereikt men vanop de randparking bijna alle plaatsen in de binnenstad. Men kan de fiets dan op verschillende plaatsen in de stad terugplaatsen. Voor de identificatie van de huurder en de betaling van waarborg (tegen diefstalrisico) en huurgeld kan men gebruik maken van bestaande software zoals deze reeds toegepast wordt voor bijv. de IVAREM-containerparken (combinatie van elektronische ID-kaart en bankcontact-kaart). Tevens worden – innovatief ten opzichte van het Antwerpse voorbeeld – een aantal bakfietsen voorzien voor mensen die meer bagage of materiaal dienen te vervoeren, bijvoorbeeld leerkrachten. Deze klagen momenteel dat voor hen de werknemers-parkeerkaart te duur is. Zij krijgen hier een mooi en goedkoper alternatief aangeboden. Bovendien kan beroep gedaan worden op bijvoorbeeld bedrijvensponsoring van groene ondernemingen die bereid zijn om te investeren in dergelijke transportfietsen op of subsidiëring vanuit de middelen voor het promoten en faciliteren van fietsvervoer van gewest of provincie.
Dit systeem kan nadien op andere plaatsen in de stad uitgebreid worden en het aantal fietsen op de diverse plaatsen kan makkelijk worden aangepast aan de behoeften. Zoals in Antwerpen zorgt een “onbalans-camionette” ervoor dat – wanneer nodig – een keer per dag de fietsen herverdeeld worden. Samenwerking met andere centrumsteden laat toe de exploitatie gezamenlijk aan te besteden, wat kostendrukkend werkt (vb: overal dezelfde software, onderhoud,…).