Vandaag zijn 12 anderstalige kinderen begonnen aan twee leerrijke weken bij de speelpleinwerking Weyneshof waar ze op een speelse manier hun Nederlands kunnen oefenen. De stad organiseert het project ‘Spelend Nederlands Leren’ (SNeL) om in juli en augustus een taalstimulerende omgeving te bieden voor kinderen die nog onvoldoende Nederlands spreken. “We geven 36 zes- tot twaalfjarige anderstalige nieuwkomers de kans om hun kennis van het Nederlands op peil te houden en verder te ontwikkelen. Het gaat om jongens en meisjes die nog niet lang in België wonen en het is belangrijk om hen ook tijdens de zomervakantie te stimuleren in hun taalgebruik”, zegt schepen van Onderwijs Caroline Gennez (sp.a).
De eerste twaalf deelnemers hebben de voorbije twee weken al deelgenomen aan het SNeL-project, nu is er opnieuw een groep gestart en op 30 juli beginnen er nog eens 12 kinderen uit het lager onderwijs. Caroline Gennez: “Het project verloopt in samenwerking met de Mechelse scholen, die anderstalige nieuwkomers en hun ouders stimuleren om zich in te schrijven. Tijdens het schooljaar organiseren we heel wat taalstimuleringsinitiatieven zoals Thee met Boekjes. Dit project sluit hier bij aan, zo verliezen de kinderen het contact met het Nederlands niet tijdens de twee maanden dat ze niet naar school gaan.” De ouders betalen een kleine bijdrage van 1 euro per dag. Deze bijdrage krijgen ze op het einde van de twee weken terug in de vorm van een boek.
De uitvoering is in handen van speelpleinwerking Weyneshof, dat deze zomer 75 jaar wordt. De speelpleinbus haalt de kinderen elke morgen op en brengt hen naar Rijmenam. De monitoren zorgen in de voormiddag voor activiteiten waarbij de kinderen hun kennis van het Nederlands op een leuke manier kunnen bijschaven. In deze kleine groepjes voelen de kinderen zich minder geremd om te spreken en krijgen ze de nodige individuele aandacht. Na de warme maaltijd ’s middags doen de anderstalige nieuwkomers mee met de algemene activiteiten van de speelpleinwerking, zodat ze ook op informele wijze leren van de andere kinderen.
Vorig jaar heeft de stad een onderzoek laten uitvoeren door studente pedagogiek Joke Vaes van UGent om de werking en de impact na 5 jaar SNeL te evalueren. Uit dit rapport bleek dat wetenschappelijke studies over het proces van taalverwerving de informele en speelse aanpak van het project ondersteunen. “Uit de bevraging van kinderen, ouders en leerkrachten bleek dat ze zeer tevreden waren over SNeL. De voornaamste opmerking was dat de vraag het aanbod oversteeg. Vorige zomer hadden we plaats voor 24 kinderen, dit jaar hebben we dat aantal daarom uitgebreid naar 36. Ook hebben we op aanraden van de onderzoeker een infobrochure gemaakt met pictogrammen voor ouders die onvoldoende Nederlands spreken om hen meer te betrekken”, besluit Caroline Gennez. In augustus is er ook een SNeL-project voor tieners van het secundair onderwijs.