Het Mechelse stadsbestuur heeft een nieuw premiereglement voor landbouwondernemingen in het leven geroepen. Landbouwers die naast hun klassieke werk nog iets extra willen ondernemen, kunnen hiervoor beroep doen op een toelage.
Om het aantal kwalitatieve handelszaken in de binnenstad en het aantal buurtwinkels in de dorpskernen te verhogen, bestaan er al vestigings- en gevelrenovatiepremies. Aangezien de basisdoelstellingen van de vestigingspremie niet verenigbaar zijn met de doelstellingen van de landbouwpremie, besliste het stadsbestuur om een apart reglement op te stellen. “De landbouwbouwpremie heeft tot doel het aantal landbouwbedrijven met kwaliteitsvolle verbrede activiteiten te verhogen. Landbouwondernemingen kunnen niet vergeleken worden met algemeen ondernemerschap, het is een specialisatie op zich”, aldus schepen van Openbare Werken en Landbouw Greet Geypen (Open Vld).
Het kan gaan om activiteiten die de regionale identiteit versterken en het platteland aantrekkelijker maken zoals educatie, recreatie, logies, vergaderfaciliteiten of zorg. Ook activiteiten die rond voedselproductie draaien zoals de ontwikkeling van streekproducten, voedselverwerking en thuisverkoop komen in aanmerking. Landbouwers kunnen tot 30% van de kosten terugbetaald krijgen voor werken die noodzakelijk zijn om deze activiteit uit te oefenen, met een maximum van €5.000. De maatregel kadert in het project ‘Pure Hubs’. De stad voorziet een jaarlijks budget van €15.000.
“Voor buurtwinkels, handels- en horecazaken hebben we reeds een vestigingspremie. Dankzij deze nieuwe premie krijgen ook landbouwondernemingen een duwtje in de rug wanneer zij extra economische activiteiten met een toegevoegde waarde ontwikkelen. Denk bv. aan een winkeltje met lokale producten of een educatieve boerderij”, zegt schepen van Economie Caroline Gennez (sp.a).