Enkele mensen uitnodigen, een glaasje serveren, lekker eten op het vuur zetten, en vervolgens gezellig met zijn allen rond de tafel. Een sappig stukje vlees of een heerlijk mootje vis, lekkere beetgare groentjes gestoofd in een klontje boter, en daarbij enkele krokant gebakken aardappeltjes of een toefje smeuïge puree. Komen Eten, intussen een echte VT4-klassieker geworden, pakt dit voorjaar uit met het zevende seizoen. De voorbije maanden boden opnieuw tal van onbekende maar sympathieke Vlamingen zich aan om tv-kijkend Vlaanderen te tonen hoe lekker ze kunnen koken of hoe goed ze gasten in de watten kunnen leggen. De ingrediënten van Komen Eten blijven dezelfde: vier Vlamingen die elkaar van haar noch pluim kennen, openen hun huis voor elkaar, en verwennen hun gasten met een heerlijk zelfgemaakt potje. Op het einde van elke avond belonen ze elkaar met punten, zowel voor de maaltijd als voor de sfeer en gezelligheid rond de tafel.
In de uitzending van woensdag 11 april is het de beurt aan de 60-jarige Monique uit Elewijt. Hoewel ze in Elewijt woont, is ze een Brusselse in hart en nieren. Ze is hartelijk, vrolijk en spontaan, een echte aanwinst voor deze toffe Komen Eten-week. Monique grossiert in levenswijsheden, zoals “een huis dat niet naar lekker eten ruikt, is geen huis” of “koken is gelijk een vent, als je het goed vertroetelt komt het beste eruit”. Het thema in Moniques Komen Eten-menu is Brussel, of wat had je gedacht? Tijdens haar professionele carrière kookte ze voor de groten der aarde, waarvan premier Di Rupo en de koninklijke familie er maar enkelen zijn. Monique is dol op haar rol als gastvrouw, en wil de feestelijke avond laten eindigen met een knaller van formaat: een polonaise à la Bruxelloise.