Op 11 juni opent in congres- en erfgoedcentrum LAMOT een eerste tentoonstelling over kunstenaar Rik Wouters. De zomerexpo focust op de artistieke band met Mechelen en vormt een proloog op de grote overzichtstentoonstelling die vanaf eind september in het Schepenhuis te zien zal zijn. Vooral via zijn beeldhouwkunst blijft Rik Wouters aan Mechelen gelinkt. De stad Mechelen verwierf onlangs enkele zelfportretbustes van de kunstenaar die voor het eerst te bekijken zullen zijn op de zomertentoonstelling.
De tentoonstelling ‘Rik Wouters & co.: Beeldhouwers in Mechelen’ focust op de belevenissen van jonge kunstenaars met Rik Wouters (Mechelen, 1882 – Amsterdam, 1916) als spilfiguur. De tentoonstelling leidt de bezoekers langs drie ateliers: het meubelatelier, het beeldhouweratelier en het schildersatelier. Eén na één worden de ruimtes uitgelicht. Bevoorrechte getuigen geven levendig commentaar, vullen elkaar aan of spreken elkaar tegen.
Het verhaal begint in Mechelen meubelstad. Vader Emile Wouters runde daar een meubelbedrijf. De 12-jarige Rik en vele van zijn jonge vrienden gingen er als leerjongen aan de slag. Mechelen heeft een echte beeld-‘houw’-traditie die van vader op zoon werd doorgegeven. Naast de broers Rik en Karel Wouters en hun neef Frans komen o.a. ook de broertjes Ernest – alias Neste, Nante en Frans Wijnants aan bod. Met oog voor detail kapten de jongemannen ornamenten voor meubels, knappe koppen en later ook zelfstandige beelden.
Net voor de eeuwwisseling trekken ze naar de Mechelse Academie. Ze zetten er hun eerste stappen als kunstenaar. Rik Wouters voelde meer voor het boetseren met klei dan voor het kappen in hout. “Tekenen met potaarde, schilderend beeldhouwen”, noemt zijn jonge leermeester Theo Blickx het in zijn memoires. Rik legde in Mechelen de basis voor zijn uitbundige, lichtgevoelige beelden. De sociaal bewogen beeldengroepen van Theo Blickx staan nog met één been in de 19de eeuw. De vernieuwingen in de moderne kunst laten Theo Blickx ietwat verweesd achter. Maar zijn technisch meesterschap en invloed als vroege mentor van Rik & co. blijven onmiskenbaar.
In 1900 gaat Rik Wouters naar de Academie in Brussel. Hij leert er o.a. de beeldhouwer-schilder Ferdinand Schirren kennen en snoept hem het liefje en model Nel af. Wouters blijft contact houden met zijn geboortestad. Uit geldgebrek trekt Rik na zijn huwelijk een jaar lang met Nel weer in bij zijn vader en broers. Van de blijvende band met Mechelen getuigen de vele portretten en Mechelse stadsgezichten die hij in de loop der jaren bij elkaar heeft getekend, geëtst en geschilderd. Een kantelmoment in Wouters’ schilderscarrière was de reis naar Parijs in het gezelschap van Neste: eindelijk zag hij de werken van Cézanne, Matisse & co in het echt en dus in kleur! Portretten van zijn jeugdvriend, ‘De beeldhouwer Ernest Wijnants’, en een uitgebreide reeks voorbereidende studies laten zien hoe Rik Wouters de invloeden uit Frankrijk vliegensvlug verwerkt en al schetsend schildert.