De stad Mechelen liet eind 2010 door het Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving (HIVA – K.U.Leuven) een studie uitvoeren naar de leefbaarheid in twee buurten in de Mechelse binnenstad. Daaruit blijkt dat de onveiligheidsgevoelens bij de binnenstadbewoner nog maar even hoog zijn dan globaal in Vlaanderen en dat 69% tevreden is met de leefbaarheid in de stad. Volgens de studie kijken de bewoners de toekomst in de stad positief tegemoet.
De stad Mechelen investeerde de afgelopen jaren veel in stadsvernieuwings-projecten. Om te kunnen nagaan of deze projecten een positieve invloed hebben op de leefbaarheid van de stad, werd door het Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving (HIVA – K.U.Leuven) een leefbaarheidsstudie uitgevoerd bij de bewoners van de buurten in het westelijk deel van de Mechelse binnenstad (omgevingen Sint-Katelijnestraat en Hoogstraat/ Guldenstraat).
500 bewoners werkten mee aan de studie. Er werd onder meer gepeild naar het globaal leefbaarheidsoordeel, de onveiligheidsgevoelens, de verkeersleefbaarheid en overlast en verloedering. Zeven op tien van de binnenstadbewoners is tevreden over de leefbaarheid in zijn buurt.
“Bijna de helft van de respondenten (40%) vindt dat de Mechelse straten de voorbije 10 jaar veiliger zijn geworden, terwijl dat in de rest van Vlaanderen maar 17% is. Mechelen doet meer dan twee keer beter dan de rest van Vlaanderen. Een opvallende score, zeker voor een stad!”, aldus burgemeester Bart Somers (Open Vld). “Ook de sociale cohesie in de buurten wordt groter, wat het samenhorigheidsgevoel verhoogt en de tevredenheid in de hand werkt. Zo’n 21% is lid van een buurtorganisatie. Mede daardoor kijken de stadsbewoners positief naar de toekomst. Er heerst een soort van ‘change has come’-sfeer, die de fierheid van de Mechelaar stimuleert”, zegt Somers.
De onveiligheidsgevoelens verschillen bovendien niet met die in de rest van Vlaanderen. “Mechelaars voelen zich weer beter in de stad, ook in moeilijke buurten. Maar comfort is broos. Elke dag opnieuw moeten wij ons inzetten voor een veilige en leefbare stad”, zo nog volgens Somers.
“Ik ben vooral tevreden dat de meerderheid vindt dat hun buurt er op enkele jaren tijd zichtbaar is op vooruitgegaan. Wat hierbij het meest opvalt, is dat de bewoners van alle buurten onze stadsvernieuwingsprojecten als de belangrijkste reden van deze positieve evolutie noemen. Ze geven aan dat de uitstraling van de buurt en de fierheid van de bewoners hierdoor is toegenomen. Een ander effect dat genoemd wordt, is dat stadsvernieuwing een sterke impuls geeft aan de buurt: de nieuwe gezinnen verbeteren zowel het sociaal als het fysiek klimaat. De vermindering van de leegstand en het bestrijden van verkrotting hebben volgens de bewoners een uitgesproken positieve impact op de leefbaarheid. Onze belasting op verwaarloosde panden werpt dus vruchten af”, verklaart schepen van Stadsvernieuwing en Mobiliteit Karel Geys.
“Er is natuurlijk ook nog heel wat werk aan de winkel, onder andere wat mobiliteit betreft. Samen met de overlastproblematiek is het verkeer in de binnenstad de belangrijkste reden voor bewoners om ontevreden te zijn, vooral onaangepaste snelheid en verkeersagressie. Meerdere bewoners spreken daarom uitdrukkelijk de wens uit dat hun buurt en bij uitbreiding de binnenstad autoluw mag worden. Daar gaan we dan ook dit jaar nog werk van maken”, besluit Karel Geys.
De studie wijst tenslotte uit dat er nog enkele groeimogelijkheden zijn om de leefbaarheid te vergroten. Zo wordt er verwezen naar extra speelgelegenheid, groen en open ruimte die de buurtbewoners graag zouden verwezenlijkt zien. Het realiseren van speelruimte op 400m van elke woning is dan ook een prioriteit van het jeugdbeleid. Het positieve resultaat van de studie geeft aan dat de stad verder kan werken op de ingeslagen weg.