Het stadsmuseum Hof van Busleyden breidt uit met de bouw van een ondergrondse tentoonstellingsruimte. Voor de start van de verbouwing, heeft een team archeologen van de stad Mechelen de afgelopen vijf maanden opgravingen gedaan in de tuin van het Hof van Busleyden. Tijdens het onderzoek kwamen heel wat archeologische resten aan het licht.
De vondsten die de archeologen deden, geven ons een idee over de welstand ten tijde van de bouw van het Hof van Busleyden door Jeronimus van Busleyden. Prachtig versierd glas en een groot aantal rekenpenningen uit twee 16de-eeuwse beerputten illustreren de rijkdom van de residentie en haar bewoners. Maar er is meer.
Muurresten, vloeren, beerkuilen en een waterput zijn de enige overgebleven restanten van de huizen die naast het Hof van Busleyden hebben gestaan, daar waar zich nu de museumtuin bevindt. Dat de bewoners van die huizen heel wat soberder hebben geleefd, valt af te leiden uit de schaarste aan vondsten die kenmerkend is voor de beerputten die met deze huizen worden geassocieerd. Een groot aantal resten blijkt ouder te zijn dan het Hof van Busleyden.
De meeste funderingen en het aardewerk uit de lagen die ermee in verband worden gebracht dateren uit de 13de en 14de eeuw. Het is opvallend dat de perceelsmuren en de funderingen gericht zijn op de Sint-Jansstraat. Zowel de Sint-Jansstraat als de Frederik de Merodestraat worden voor het eerst vermeld rond 1265, maar deze vaststelling doet vermoeden dat de Sint-Jansstraat ouder moet zijn dan de Frederik de Merodestraat. Al deze vondsten, die de opgraving de afgelopen maanden aan het licht heeft gebracht, zijn de stille getuigen van een middeleeuwse verkaveling die ontstaan is in de loop van de 13de eeuw. Wellicht was de stichting van de nabijgelegen Sint-Jansparochie in 1255 hiervoor verantwoordelijk.
Tijdens het archeologische onderzoek werden in totaal 4 werkputten opengelegd. Er werd zowel handmatig als machinaal gegraven tot 2m diep. Naar schatting werd zo’n 1500 tot 2000m³ grond en bouwpuin verplaatst, zo’n 6 tot 7 ton beer gezeefd en zo’n 150kg aardewerk gelicht. Er sneuvelden drie schoppen en twee waterpompen. De brandweer is drie keer moeten uitrukken om het terrein droog te leggen en er werd regen, sneeuw en vrieskou getrotseerd om de opgraving tot een goed einde te brengen. Het onderzoeksteam bestond uit 3 archeologen en 4 assistent-technici. Projectarcheoloog Frederik Wuyts heeft nog tot april de tijd om al de gegevens te verwerken tot een basisrapport.
“De afronding van de archeologische opgravingen betekent het startschot voor de eerste fase van de verbouwing en uitbreiding van het Hof van Busleyden. Die eerste fase omvat de bouw van de nieuwe ondergrondse museumruimte onder de tuin aan de Sint-Jansstraat. Na jaren van plannen en voorbereiden zijn we vandaag weer een stap dichter bij de realisatie van een hedendaags stadsmuseum.”, aldus burgemeester Bart Somers.
Sinds lang wordt het Hof van Busleyden gebruikt als stadsmuseum. Tijdens de 19de eeuw was dit slechts in enkele lokalen, terwijl de rest in gebruik was als ‘Berg van Barmhartigheid’ en ruimtes voor het conservatorium. Sinds 1938, na de heropbouw van het Hof van Busleyden na Wereldoorlog Een, werd het ganse gebouw gebruikt als stadsmuseum. Begin jaren 1950 volgde een opwaardering van de technische installaties (verwarming en elektriciteit). De volgende decennia werd alles opgelapt wanneer er een defect was, maar nu zijn de technieken dringend aan vervanging toe. Bovendien heeft dit historisch unieke monument ook veel beperkingen: moeilijke trappen, een ingewikkelde circulatie, een kleine toegang… Ook de presentatie was aan een opwaardering toe.
Daarom werd beslist het oude museum een grondige verbouwing te geven en deze parel aan te passen aan de hedendaagse museale vereisten zodat we binnenkort over een stadsmuseum beschikken dat bezoekers trekt van heinde en verre. Naast een betere toegankelijkheid en circulatie, het aanbrengen van hedendaagse technieken en het creëren van een nieuwe presentatie, is de uitdaging bij de verbouwing vooral het realiseren van bijkomende tentoonstellingsruimtes. Gezien de historische waarde van dit monument is dit niet eenvoudig. Nieuwe ruimtes mogen immers geen afbreuk doen aan het bestaande gebouw. Na veel wikken en wegen werd daarom gekozen voor de moeilijkste oplossing: nieuwe museale ruimtes onder de grond.
De stad Mechelen beschouwt haar rijke verleden als een belangrijke troef en heeft de voorbije jaren het voortouw genomen inzake beheer en behoud van haar archeologisch erfgoed. Daarvan getuigen onder meer de opgravingen op de Grote Markt en de Veemarkt, op de sites Huis van de Mechelaar en Euroshopping/Het Clarenhof, op het Sint-Romboutskerkhof en de Ganzendries, en dus ook hier… op de site Hof van Busleyden. Als bestuur konden en wilden we niet het risico lopen dat er door de ingrijpende ondergrondse werken belangrijke getuigen van ons stadsverleden zouden verloren gaan.