Jaarlijks stelt het Lierse stadsbestuur een prijs van 1.240 euro ter beschikking voor de bekroning van een wetenschappelijk werk over een onderwerp dat verband houdt met de stad Lier.
Om in aanmerking te komen voor de prijs moet een wetenschappelijk werk aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo moet het geschreven zijn in het Nederlands en in de twaalf maanden voor de uiterste inleverdatum van de werken ingediend zijn als master- of licentiaatscriptie, thesis of doctorale dissertatie bij een universiteit. De uiterste inleverdatum is dit jaar donderdag 30 september. Kandidaten dienen ten laatste op deze datum drie exemplaren van hun verhandeling in bij de Vlaamse Wetenschappelijke Stichting ter attentie van Prof. Dr. N. Schamp, Paleis der Academiën, Hertogstraat 1, 1000 Brussel. Voeg ook een Curriculum Vitae en een attest van de universiteit over behaalde studieresultaten toe. Het volledige reglement van de prijs kan je aanvragen bij het stadsbestuur van Lier.
De bekroonde van editie 2009
De “Prijs voor wetenschappelijk werk van de stad Lier 2009” toe aan Bert Mattys. Deze student Kunstwetenschappen aan de Universiteit van Gent kreeg de prijs voor zijn masterverhandeling “Glasramen in de Sint-Gummaruskerk te Lier: Onderzoek naar de iconografie en de inbreng van schenkers en opdrachtgevers vanaf 1860 tot 1947” (promotor: prof. dr. A. Bergmans).
Deze masterproef richt zich op het onderzoek van product- en procesvernieuwing in de glazenierskunst. Niet minder dan acht ateliers komen uitvoerig aan bod. De manier waarop de verschillende ateliers enerzijds omgingen met de traditie en anderzijds inspeelden op de evolutie van de smaak, is treffend aangetoond. Zo komen tal van exponenten van de neogotiek aan bod naast unieke getuigenissen van prille art nouveau. De auteur heeft tevens oog voor de sociaal-maatschappelijke context waarin het fenomeen zich heeft voorgedaan. Omdat hij zich concentreerde op de 19de en de 20ste eeuw is er opmerkelijk veel materiaal beschikbaar dat een licht werpt op de relatie tussen de opdrachtgever, de ontwerper-uitvoerder (het atelier) en de kerkelijke overheid. Deze goed gedocumenteerde “driehoeksrelatie” is ook bijzonder relevant voor de studie van oudere “Sponsors of the Past” en is evenzeer van toepassing op de ruimere context van de beeldende kunsten.
De Vlaamse Wetenschappelijke Stichting en het college van burgemeester en schepenen bekroonden de masterscriptie omdat het vanuit methodologisch standpunt overtuigend is opgebouwd. De invalshoek is iconologisch-artistiek, maar tegelijkertijd passeren tal van vooraanstaande ateliers van glasramen de revue. Hierdoor heeft het werkstuk een vooral inventariserend karakter, maar daarin schuilt volgens de jury precies de historische meerwaarde. De conclusies van Bert Mattys in verband met de sociale hiërarchie van de opdrachtgevers in verleden en heden zijn eveneens zeer interessant. Omdat de masterproef goed is gestructureerd, rijk is gedocumenteerd en inzichtelijk analyseert, levert deze een unieke bijdrage voor de kennis van de stad Lier, haar artistieke nijverheid en haar inwoners tussen 1860 en 1947.