Soirée Lamot stelt voor: ‘Le train de plaisir’. Spoorwegen en de ontwikkeling van het toerisme in België (1835-1950)
In 1835 reed de eerste trein op het Europese vasteland tussen Brussel en Mechelen. Al snel leidden de spoorwegen tot een bloei van het nog jonge toerisme in België. Gerrit Verhoeven schetst hoe dat in zijn werk ging. In vier etappes belicht hij de fascinerende relatie tussen spoorwegen en toerisme.
De lezing op donderdag 27 mei is de tweede in de reeks ‘Met de trein’ van Soirée Lamot. Door het groeiende netwerk van stations en spoorlijnen in de 19de eeuw kwamen tal van bestemmingen dichterbij. Mechelse burgers reisden steeds vaker voor een dagje naar zee, doorkruisten de Vlaamse en Brabantse kunststeden of verkenden de Ardennen.
In de vroege 20ste eeuw had de spoorweg een democratiserend effect. Door voordeeltarieven en goedkope formules van de Belgische spoorwegen konden steeds meer mensen zich korte plezierreisjes veroorloven. Ook het comfort op de treinen nam toe, van houten banken in derde klasse tot luxueuze salons in de peperdure wagon-lit-rijtuigen. De spoorwegmaatschappijen speelden een belangrijke rol in de promotie van het toerisme in België. Kleurrijke brochures, plakbrieven en affiches brachten bestemmingen aantrekkelijk in beeld.
De lezing wordt geïllustreerd met een waaier aan originele documenten: van verkruimelde spoorboekjes en reisgidsen over prentkaarten, foto’s en filmpjes, persoonlijke reisverhalen tot droge jaarverslagen. Mechelse verhalen worden in een ruimere Belgische context verankerd.
Het concept van de lezingenreeks ‘Soirée Lamot’ is eenvoudig. Op donderdagavond geeft een deskundige spreker tekst en uitleg bij een veronderstelling uit de erfgoedgeschiedenis. De spreker beweegt zich tussen de toehoorders en vertelt op een toegankelijke manier over zijn of haar onderzoek. Een bundel met informatie neemt de toehoorder mee naar huis. Op www.erfgoedcelmechelen.be volgt enkele dagen later een volledig dossier.