Mechelen was in de beginjaren van de trein een centraal knooppunt in de Belgische spoorwegen. Naarmate de spoorwegen groeiden, nam ook het station aan belang toe. In Mechelen zijn er tot nu toe drie treinstations geweest, en het vierde wordt binnenkort gebouwd. In deze lezing in het kader van Soirée Lamot neemt Adelina Fahnenstich de toehoorders mee op een reis door de tijd, langs de architectuur van de Mechelse stations.
Het eerste station werd in 1837 opgetrokken buiten de stadsmuren in neoklassieke stijl. Enkele decennia later, toen steeds meer mensen regelmatig de trein namen, barstte dit gebouw uit zijn voegen. Het werd vervangen door een groter station in neo-Vlaamse renaissancestijl, met een ruim stationsplein erbij. Na de Tweede Wereldoorlog, waarin het station schade had geleden door bombardementen, moest de trein concurreren met de auto. Expo ’58 was de gedroomde gelegenheid om uit te pakken met een nieuw station in een moderne architectuur, volledig opgetrokken uit Belgische materialen.
Vijftig jaar later zijn onze reisgewoonten sterk veranderd. We reizen vaker naar het buitenland en als pendelaars worden we veeleisender. Het nieuwe station komt tegemoet aan deze beide behoeften en integreert de achterstad bij het stationsgebied. De toehoorders krijgen alvast een voorproefje te zien van hoe het worden zal.
Deze lezing biedt een rijk geïllustreerde blik op de ontwikkeling van de stationsarchitectuur in Mechelen. Na de lezing volgt een bezoek aan het station onder leiding van meerdere gidsen, die uitleg geven aan de bezoekers in kleinere groepjes.
Het concept van de lezingenreeks ‘Soirée Lamot’ is eenvoudig. Op donderdagavond geeft een deskundige spreker tekst en uitleg bij een veronderstelling uit de erfgoedgeschiedenis. De spreker beweegt zich tussen de toehoorders en vertelt op een toegankelijke manier over zijn of haar onderzoek. Een bundel met informatie neemt de toehoorder mee naar huis. Op www.erfgoedcelmechelen.be volgt enkele dagen later een volledig dossier.