Op donderdag 8 april buigt Soirée Lamot zich over echte en valse helden in het Mechelse straatbeeld. Bart Stroobants neemt het publiek mee in de wereld van straatnamen, gebouwen, schilderijen en standbeelden. Steden hebben altijd veel belang gehecht aan hun imago. Maar durfden ze de waarheid geweld aandoen ten voordele van een goede reputatie?
In de middeleeuwen wilde elke stad het mooiste stadhuis, de grootste lakenhalle of de meeste stadspoorten. In het 19de eeuwse, jonge België was de zoektocht naar een eigen identiteit ook heel intens. Net als in andere Belgische steden zocht Mechelen haar identiteit in haar verleden. Op welke periodes in haar geschiedenis kon ze prat gaan? Waarmee en met wie kon ze uitpakken? Vooral heldhaftige mannen werden voor het voetlicht geplaatst: Dodoens, Faydherbe, De Rore. En Mechelen had ook een primeur binnen België: de eerste versteende dame: Margareta van Oostenrijk. Met de festiviteiten van 1000 jaar Sint-Rombouts in 1775 spaarde de stad kosten nog moeite om er op haar paasbest uit te zien. Zo gaf ze subsidies om houten gevels door stenen exemplaren te vervangen. Maar in de creatie van een eigen identiteit werd de waarheid regelmatig geweld aangedaan. Gebouwen werden middeleeuwser dan ze ooit geweest waren. Schilders als Coxcie en Frans Hals waren plots geboren Mechelaars, terwijl hun wieg ergens anders had gestaan.
De vraag over de echtheid van erfgoed loopt als een rode draad door de vijf eerste lezingen van Soirée Lamot. Daarmee sluiten we naadloos aan bij het thema van Erfgoeddag (25 april): FAKE. Het concept van de lezingenreeks ‘Soirée Lamot’ is eenvoudig. Vijf donderdagavonden geeft een deskundige spreker tekst en uitleg bij een valse veronderstelling uit de erfgoedgeschiedenis. De spreker beweegt zich tussen de toehoorders en vertelt op een toegankelijke manier over zijn of haar onderzoek. Een bundel met informatie neemt de toehoorder mee naar huis. Op www.erfgoedcelmechelen.be volgt enkele dagen later een volledig dossier.