Beste Stad Lier,
Optimistisch, gerustgesteld, beducht en ietwat ongerust. Dat zijn de emoties waar sommige inwoners van Lier de laatste weken tussen heen-en-weer geslingerd worden. Allemaal emoties die betrekking hebben op het nieuwe verkeerscirculatieplan voor de binnenstad. En het is die ongerustheid die ons aanspoorde om deze open brief te schrijven. Wij zien onszelf daarbij als een onderdeel van de grote – vooralsnog – zwijgende meerderheid.
Bij de eerste berichten over de aanpak van het College rond de verkeerscirculatie van de binnenstad schepten wij moed, we waren optimistisch. Het zag er goed uit, de plannen gaven blijk van een gezonde benadering. Ze zouden het verkeer in goede banen leiden tijdens de werkzaamheden aan de ring (Mechelsesteenweg), maar vooral ook tijdens en na de heraanleg van de Grote Markt. De leefbaarheid van de stadskern zou de grote winnaar worden. De ondertekenaars van deze brief staan volledig achter het voorstel van het stadsbestuur dat nu ter tafel ligt.
Maar door de recente stemmingmakerij op de infovergadering – en de berichtgeving daarover in onder meer De Standaard (24.02.10) – vrezen wij dat het tij wel eens zou kunnen keren. Vandaar deze open brief, om het stadsbestuur, de burgemeester en de schepenen, een hart onder de riem steken. Zij hebben de laatste maanden goed werk geleverd rond dit dossier. Volhouden is nu de boodschap.
Zeker, wij hebben begrip voor de argwaan en de onrust van de direct betrokkenen, vooral van de talrijke zelfstandigen en middenstanders. Niet in het minst omdat één van de ondertekenaars van deze open brief (Bart De Vos) zelf twaalf jaar werkte op het nationaal secretariaat van de zelfstandigenorganisatie UNIZO, waar hij de besognes en vaak terechte bekommernissen van die doelgroep goed heeft leren kennen.
Hij stond er echter ook nauw in contact met de twee planologen van UNIZO. Telkens opnieuw moesten zij gigantische weerstanden overwinnen tijdens hun eerste bezoeken aan middenstanders uit steden waar schoorvoetend gesproken werd over het (gedeeltelijk) verkeersvrij maken van de binnenstad. De argumenten die op andere plekken klonken (vnl. parkeerplaats hebben vlak voor de deur), horen we ook nu weer opduiken in Lier.
Op het eerste gezicht lijkt die argumentatie inderdaad steek te houden. En als Lier de eerste stad zou zijn waar nagedacht wordt over een autoluwe of -vrije binnenstad zouden we het nog meer begrijpen. Maar helaas is dat niet zo. We bungelen zowat aan het einde van het lijstje met steden die deze stap zetten. De voorbeelden zijn legio: Gent, Hasselt, Mechelen, … Ook vele kleinere steden – met Lierse omvang – zijn ons al voorgegaan.
De bezwaren van de middenstanders op die plekken – aanvankelijk allemaal zeer heftig en emotioneel – maakten vaak al snel plaats voor appreciatie. Onder meer omdat rust in een stad volk trekt, extra klanten oplevert, … mensen die voorheen elders gingen. Vraag maar eens aan de winkeliers in bv. Hasselt (waar ze overigens ook met een lussensysteem vanuit de ring werken!) of ze nog terug willen naar de vroegere situatie. Het antwoord laat zich raden.
Het is verkeerd om louter te vertrekken vanuit de idee dat de afwezigheid van parkeerplaatsen potentieel kooppubliek afstoot. Voor sommige mensen zal dat inderdaad opgaan. Mensen die zo gehecht zijn aan hun wagen dat ze er node afstand van kunnen doen. Voor weer anderen (bv. andersvaliden) is een wagen meestal een noodzaak, en wij nemen aan dat het plan hiermee wel rekening houdt.
Maar de keerzijde moet ook meegenomen worden in de telling: hoeveel mensen zoeken – eens de binnenstad autovrij of -luw is – de rust niet op? Welk aanzuigeffect van nieuwe klanten genereert een stad niet die een aantrekkelijke winkelomgeving aanbiedt? Een exact getal kunnen wij daar helaas niet op kleven, maar dat er velen zullen bijkomen, is zonneklaar. Overigens, in Nederland zijn er verhoudingsgewijs meer steden verkeersluw gemaakt dan in Vlaanderen. Zit de Nederlandse koopmansgeest daar misschien voor iets tussen?
‘Jamaar, Lier is anders’, hoor je tegenstanders dan zeggen. Ja, inderdaad. Lier is anders. Net zoals Mechelen, Diest, Leuven, Sint-Niklaas, Kortrijk en Turnhout anders zijn en onderling erg van elkaar verschillen. Toch is het centrum van die steden verkeersvrij gemaakt of denkt men erover na. In Turnhout is zowat dezelfde discussie bezig als in Lier, over de parkeerplaatsen op de markt die verdwijnen.
Wij zijn geen groep fetisjisten. Geef ons één voorbeeld van een stad waar de kern is doodgebloed nadat de auto er werd gebannen en wij zijn bereid onze visie bij te stellen. Voorbeelden waarbij ze een stap terug zetten naar een verkeersdrukke binnenstad kennen we in ieder geval niet.
Kortom, de ondertekenaars van deze brief zijn ervan overtuigd dat het stadsbestuur met veel moed het voorliggende verkeerscirculatieplan moet blijven verdedigen. We zijn ervan overtuigd dat het een meerwaarde betekent voor iedereen, ook voor de zelfstandigen. Zij zijn immers de motor van onze welvaart. Ook in Lier moeten we ervoor zorgen dat die niet sputtert. We delen hun bekommernissen, maar niet hun conclusies in deze.
Het laatste woord is alleszins nog niet gezegd. De strijd nog niet gestreden. Weet u in uw volgehouden vastberadenheid gesteund door velen.
Ten persoonlijken titel ondertekend door (in alfabetische volgorde):
Stefan Brijs (schrijver)
Ludo Clockaerts (voorzitter deelraad muziek- en podiumkunsten)
Frank Coen (zaakvoerder Brasserie Zuster Agnes)
Johan De Paepe (acteur en regisseur)
Luc De Visscher (voorzitter Koepel Liers Cultuurbeleid)
Bart De Vos (voorzitter Liers Cultuurcentrum)
Freddy Marien (directeur Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans)
Monique Oppers (gepensioneerd apotheker)
Stijn Peeters (architect, voorzitter Gemeentelijke Commissie inzake Ruimtelijke Ordening – GECORO)
Kurt Rastelli (zaakvoerder Hof van Aragon)
Door Van Boeckel (acteur)
Adriaan Van den Hoof (acteur en presentator)
Jan Verbist (regisseur)