Op 22 juli oordeelde de Vrederechter van Grimbergen dat de onteigeningsmachtiging van Minister van Openbare Werken Hilde Crevits (CD&V) voor een strookje grond van enkele meter breed en 85 cm diep langs de Tervuursesteenweg in Elewijt, in een onteigeningsprocedure tussen het aankoopcomité en een langswoner, niet afdoende gemotiveerd was.
In de pers is recentelijk nogal triomfantelijk verkondigd door sommigen dat de riolerings- en wegenwerken aan de gewestweg daardoor een aanzienlijke vertraging van ettelijke jaren zouden oplopen. De gemeente Zemst wil dit gerucht tegenspreken en wil er samen met het gewest alles aan doen opdat de werken zo vlug mogelijk (voorziene datum was 2011-2012) doorgang kunnen vinden.
Om te voldoen aan de hedendaagse normen en veiligheidsvoorschriften, moet de gewestweg N227 Tervuursesteenweg op grondgebied van Zemst-Elewijt effectief dringend aangepast worden. Om vrijliggende fiets- en voetpaden aan te kunnen leggen is er een nieuwe rooilijnbreedte van minimaal 20 meter vastgelegd. Binnen die rooilijn is het gewest genoodzaakt een aantal innemingen (onteigeningen) bij hoogdringendheid door te voeren.
De huidige staat van de Tervuursesteenweg op grondgebied van Zemst-Elewijt is niet langer conform de hedendaagse normen en veiligheidsvoorschriften. Tijdens de herinrichting zal rekening gehouden worden met verschillende punten. Zo moet de rijweg aangepast zijn voor het gemotoriseerd verkeer, wat een rijweg van 6,50 m in asfalt opgesloten met goten inhoudt. Daarnaast komen er nieuwe, veilige en comfortabele fietspaden in beton die verplicht moeten voldoen aan het “Vademecum Fietspaden” – aangezien de N227 deel uitmaakt van het bovenlokaal fietsroutennetwerk van de provincie Vlaams-Brabant – en komen er verharde voetpadzones langs beide zijden van de rijweg (vooral t.h.v. de woningen). Een gescheiden rioleringsstelsel om te voldoen aan de milieuwetgeving ter zake en de aanleg van open baangrachten vervolledigen het plaatje. Voor de vrijliggende fietspaden heeft de gemeente Zemst een mobiliteitsconvenant (module 13) afgesloten met de Vlaamse Overheid en een subsidiedossier aangevraagd bij de VMM voor de uitbouw van een gescheiden rioleringsstelsel.
De Minister heeft de onteigening hoogdringend genoemd voor de aanleg van een afgescheiden fietspad. De Vrederechter merkte terecht op dat er reeds een fietspad ligt aan weerszijden van de baan. Dit voldoet echter, wat de Vrederechter niet wist, niet meer aan de verplichte veiligheidsnormen. Bovendien moeten alle werken, ook die van de nutsmaatschappijen, worden gecoördineerd en dat is geen sinecure.
Binnen de komende weken zal de Minister naar eenieders verwachting deze redenen van hoogdringendheid opnemen in een nieuwe en degelijk gemotiveerde onteigeningsmachtiging. De Vrederechter kan dan met kennis van zaken de nood aan een onteigening beoordelen. De gemeente hoopt in elk geval dat de werken binnen de voorziene tijdsspanne doorgang kunnen vinden.