Tot en met zaterdag 6 juni stelt onze redactie 3 vragen aan Mechelse politici die opkomen bij de Vlaamse en/of Europese verkiezingen. Elke kandidaat kreeg dezelfde vragen. We laten Karel Van Butsel (CD&V) aan het woord.
1. Peilingen zeggen veel en tegelijk weinig. Wat zijn uw verwachtingen met betrekking tot de Vlaamse stembusslag? Wanneer, met welke uitslag bent u tevreden?
Wat persoonlijke voorkeurstemmen betreft heb ik geen flauw idee. Als opvolger sta je immers niet veel in de aandacht, en bovendien moet je een beperkte campagne voeren. Maar dat heeft me niet belet te proberen het origineel aan te pakken. Daarom heb ik de serieuze inhoud ingepakt in een iet of wat ludiekere “kaartjescampagne” met teasers zoals “Karel de Stoute is terug” (over de nood aan mensen die vrijuit, stoutmoedig, hun gedacht zeggen in de politiek), of “Zo mooi zo blond en zo alleen (en over de rest wordt evenmin gelogen)” over de nood aan een eerlijke politiek. Ik kan echter op geen enkele manier een voorspelling doen bij gebrek aan referentiekader. Ik neem voor het eerst deel aan parlementsverkiezingen, en doe dit om de partij te steunen, al is ook op persoonlijk vlak op deze plaats niets onmogelijk. Ik ben dan ook echt benieuwd wat dat oplevert.
2. In welke mate is uw ‘Mechels figuur’ belangrijk voor Vlaanderen en omgekeerd?
Wie zichzelf belangrijk acht, kan best even naar het kerkhof gaan kijken. Het ligt daar vol belangrijke mensen. Ik relativeer het belang van het individu dat aan politiek doet dus sterk. Politiek doe je als team. En wie zogeheten “belangrijk” is, is meestal diegene die de pluimen van een hele ploeg in zijn gat steekt, meer dan iemand die écht belangrijk is.
Dit belet niet dat het wél belang heeft om mensen uit alle partijen te hebben die in Vlaanderen samen hun Mechelse roots laten gelden. Als Mechels team. Het is immers pas indien over alle partijgrenzen heen mensen aan één zeel trekken voor hun stad of regio, dat er écht dingen kunnen bewegen. Dat is in het verleden bewezen door Luc Van den Brande die samengewerkt heeft met Geert Bervoets om bv het project van de herwaardering van de Lamotsite te kunnen opstarten. Dat is recentelijk bewezen door het stationsproject waarvan de plannen tot stand kwamen toen Inge Vervotte bevoegd minister van overheidsbedrijven was, maar waar ook mensen uit de andere klassieke partijen hun steentje toe hebben bijgedragen. En dat moet in de toekomst o.a. bewezen worden in het stadiondossier voor het voetbal, waar de lokale partijen allemaal achter staan, maar waar toch nog meer gestroomlijnd overleg nuttig zou zijn om de timing niet helemaal te laten ontsporen. In die zin heeft mijn Mechels profiel dus belang voor Mechelen in Vlaanderen.
Maar omgekeerd ben ik ook iemand die Vlaanderen in zijn geheel in het hart draagt, en in het bijzonder rond onderwijs, woonbeleid, en het feit dat mensen vlot op en naar hun werk en woonst willen geraken zijn bijdrage wil leveren. Ook armoedebestrijding en tewerkstellingsbeleid bieden als Vlaamse bevoegdheden enorme mogelijkheden om Vlaanderen verder te laten evolueren naar een topregio. Dit zijn immers allemaal nu al Vlaamse bevoegdheden, en die moeten we maximaal aanwenden voor álle Vlamingen. Bovendien ben ik er van overtuigd dat dit “beter Vlaanderen” enkel écht mogelijk wordt met “meer Vlaanderen”. Meer bevoegdheden, en dus een staatshervorming. Daar zal ik mij ook ten volle voor inzetten.
3. Wat met uw huidig(e) mandaat (job) indien U verkozen wordt? (losstaand van het feit dat u op een verkiesbare plaats staat)
Het is voor mij moeilijk in te schatten hoe zwaar de job van parlementslid weegt. Het is voor mij dan ook niet mogelijk nu al bindend te zeggen of ik al dan niet 7 dagen op 7 daar moet mee bezig zijn. Maar als ik zie wat sommige mensen politiek allemaal kunnen cumuleren met het mandaat van parlementslid, dan denk ik dat er toch nog vrije gaatjes in de week moeten zijn voor het doorsnee parlementslid. Als ik kan kiezen, zou ik daarom graag ook een beetje met mijn voeten in de “gewone” beroepsrealiteit blijven staan. Vandaag ben ik geen beroepspoliticus, ben ik maw voor mijn inkomen niet afhankelijk van de politiek. Dat is een nuttige positie voor een parlementslid, dat toch de politieke top in de regering moet controleren. Het lijkt me dan ook aangewezen dat ik die onafhankelijke positie, die ik heb, tracht te behouden. Ik wil dus politiek bedrijven voor de mensen, én toch met mijn voeten in de realiteit blijven staan. Daarom dat ik me graag op één of andere manier ook in de beroepswereld wil handhaven, al zal het allicht niet anders kunnen dan in een sterk gereduceerde “light-versie”.
Naast het feit dat je onafhankelijker kan praten, is er nog een groot voordeel als niet alle parlementsleden enkel en alleen parlementslid zijn, maar sommigen ook tot op zekere hoogte beroepsactief blijven. Als je alleen pure beroepspolitici (of die nu cumuleren of niet) als parlementslid over houdt, dreigen zij immers een beroepsvereniging te worden ipv een volksvertegenwoordiging. En dat wil ik nu net graag helpen vermijden, zoals ik lang geleden al schreef in mijn boek “vrijwilligers aan de macht”.
Kortom, laat me 5 of 6 dagen per week voluit parlementslid zijn, en nog één of twee dagen op 7 gewoon gaan werken. Als dat haalbaar is, lijkt me dat de beste kaart.