Mechelen neemt maatregelen om belastingheffingen op woningen waar birdnesting plaatsvindt te voorkomen. Birdnesting, een woonvorm waarbij kinderen na een scheiding in de gezinswoning blijven en de ouders afwisselend verblijven, wordt vaak beschouwd als een leegstaande woning of een tweede verblijf omdat er niemand permanent op gedomicilieerd is. Dit leidt tot heffingen, terwijl de woning feitelijk wel bewoond wordt. Om dit probleem aan te pakken, heeft het schepencollege een tweesporenbeleid uitgewerkt dat voorziet in een tijdelijke toelage voor bestaande gevallen en een structurele vrijstelling voor toekomstige situaties vanaf 1 januari 2025.
Birdnesting is een woonvorm waarbij kinderen na een scheiding in het ouderlijk huis blijven wonen, terwijl de ouders afwisselend in de woning verblijven. De ene week verblijft de ene ouder in het huis om voor de kinderen te zorgen, de andere week de andere ouder. De week dat ze er niet zijn, vliegen ze uit (zoals vogels van hun nest) en wonen ze in een tweede woonst of eventueel bij hun nieuwe partners.
Het probleem dat echter vaak optreedt bij deze vorm van co-ouderschap is dat er geen inschrijving in het bevolkingsregister is bij minstens een van deze woningen. De woning staat voor de stad dus administratief leeg en wordt opgenomen en belast als zijnde leegstand, indien er voldoende verbruik kan aangetoond worden wordt het belast als zijnde tweede verblijf.
Birdnesting is een innovatieve woonvorm die inspeelt op het welzijn van kinderen bij gescheiden ouders. Helaas botst deze woonvorm momenteel met de bestaande regelgeving, die woningen zonder permanente inschrijving als leegstaand beschouwt.
Ouders financieel ontlasten
“Wij willen actief alternatieve woonvormen ondersteunen. Birdnesting is geen leegstand en evenmin een tweede verblijf, het is een doordachte manier om stabiliteit te bieden aan kinderen. Het is essentieel om leegstand aan te pakken om het woningaanbod optimaal te benutten. Tegelijkertijd mogen we niet uit het oog verliezen dat maatregelen hun doel voorbij schieten. Het kan niet zo zijn dat ouders gestraft worden omdat ze hun kinderen een stabiele thuis bieden. Daarom was het noodzakelijk om het beleid rond leegstand grondig te herzien, zodat we rechtvaardige oplossingen kunnen bieden en gezinnen die aan birdnesting doen niet onbedoeld benadelen”, aldus Greet Geypen, schepen van Wonen.
Daarom besliste het stadsbestuur om voor lopende dossiers een specifiek toelagereglement in te voeren, zodat hiermee de geheven belasting gecompenseerd wordt. Dit toelagereglement werd vandaag goedgekeurd op de gemeenteraad. Er wordt met ingang van 1 januari 2023 tot uiterlijk 31 december 2024 een toelage verleend aan eigenaars van woningen die in gebruik zijn onder de woonvorm birdnesting en die belast worden als tweede verblijf. Vanaf volgend jaar valt deze toelage weg omdat vanaf 2025 birdnesting structureel vrijgesteld wordt van de belasting op tweede verblijf.
Het bedrag van de toelage is gelijk aan de som van het bedrag van de heffing op tweede verblijven voor 2023, voor zover deze betaald werd door de belastingplichtige, en het bedrag van de heffing op tweede verblijven voor 2024.
“Leegstandsheffingen zijn essentieel om ongebruikte panden te activeren, maar bij birdnesting is dat niet aan de orde. Door de tijdelijke toelage en de structurele vrijstelling vanaf 2025 zorgen we ervoor dat gescheiden ouders en vooral de kinderen niet de dupe zijn. Deze aanpassing is een belangrijke stap om ouders die voor birdnesting kiezen, financieel te ontlasten. Het aanpassen van de regelgeving voor birdnesting laat zien dat we als stad meedenken met onze inwoners en dat we oog hebben voor de veranderende behoeften van gezinnen”, aldus Arthur Orlians, schepen van Financiën.
Ook vrijstellingen voor andere alternatieve woonvormen
Met de nieuwe stedenbouwkundige verordening die sinds april dit jaar van kracht is, speelt de stad in op alternatieve woonvormen. Het stadsbestuur is nu systematisch bezig om de financiële reglementen hierop aan te passen zodat ook alternatieve woonvormen van vrijstellingen kunnen genieten. Vorige maand besliste het college nog om vrijstellingen te verlenen – voor zover aan alle voorwaarden voldaan wordt – voor hospitakamers, zorgwonen en tijdelijk wonen.