Het gemeentebestuur van Sint-Katelijne-Waver zal deelnemen aan Curieuzeneuzen, het grootste burgeronderzoek naar hitte en droogte ooit. Op drie verschillende plaatsen in de gemeente zal een bodemsensor tussen 3 april en 2 oktober de luchttemperatuur, bodemtemperatuur en bodemvochtigheid meten
Curieuzeneuzen is een initiatief van Universiteit Antwerpen en De Standaard. Met een slimme bodemsensor meten zij elk kwartier in 5.000 Vlaamse tuinen de luchttemperatuur, bodemtemperatuur en bodemvochtigheid. De gegevens worden draadloos doorgestuurd naar de Universiteit Antwerpen.
Het gemeentebestuur zal deelnemen aan de actie en laat sensoren plaatsen op drie locaties: speelplein aan het gemeentehuis, pastorietuin aan de kerk van Onze-Lieve-Vrouw-Waver en ’t Grom.
“Bij het voorstellen van de locaties hebben we rekening gehouden met een spreiding over onze gemeente en het type grasland”, vertelt schepen van Omgeving Joris De Pauw. “Aan het gemeentehuis en in de pastorietuin vinden we vaak gemaaid en goed onderhouden gazon. Rond ’t Grom zijn het veeleer velden die minder gemaaid worden. De onderzoekers zochten specifiek naar zulke verscheidenheid.”
Scholen volgen in het Curieuzeneuzen-project een eigen traject. De gemeentelijke basisschool Dijkstein uit Pasbrug-Nieuwendijk zal ook een meetpunt aanvragen. “Voor scholen is het interessant om leerlingen mee te betrekken in de huidige problematiek. Een eigen meetpunt integreren in dit lesonderwerp maakt het leuker en concreter”, aldus schepen van onderwijs Sarah De Keyser.
Ook drie jaar geleden nam het gemeentebestuur van Sint-Katelijne-Waver al deel aan Curieuzeneuzen. Toen werd onderzoek gedaan naar de luchtkwaliteit. “Toen de nieuwe campagne werd voorgesteld, twijfelden we niet om opnieuw mee te doen”, gaat schepen De Pauw verder. “Samen onderzoeken hoe we beter kunnen omgaan met de effecten van steeds warmere en drogere zomers. Hoe zorgen we ervoor dat onze tuinen een verkoelende plek blijven tijdens een hittegolf? En hoe wapenen we onze tuinen, maar ook onze parken, akkers en natuurgebieden beter tegen de droogte? Dat willen we toch allemaal?”