Kristof Calvo stapt niet ut de politiek en blijft zich inzetten als volksvertegenwoordiger voor Groen, dat zegt de Mechelaar in een mededeling op sociale media.
Bekijk hieronder de integrale mededeling
Ik hou van de zee, van mosselen en sinds corona ook van wandelen. Een lange periode niets doen lukt mij niet, maar het uitwaaien aan onze Belgische kust heeft wel deugd gedaan. ‘Blue mind’ heet dit fenomeen, ontdekte ik. Het is de positieve impact van de zee op onze gedachten en gevoelens. Aan zee krijgen we weer adem. Het besluit? Dit is geen tijd om op te geven. Alles zal ik doen om een goede volksvertegenwoordiger te zijn.
“Kristof, je wou het te graag”, zei iemand mij de dag na de beslissing over de ministers. Wellicht klopt dat. Thuis heb ik het zo meegekregen: je moet ambitieus zijn in het leven, hard werken en dan hoef je die ambitie ook niet weg te steken. Maar in de politiek gelden wellicht andere spelregels dan ten huize Calvo. Hardnekkigheid heeft niet alleen voordelen. Mijn minister-ambitie leek daardoor misschien een doel op zich, terwijl het uiteraard vooral een middel was.
Inderdaad, ik wou graag minister worden. Omdat ik ons eigenzinnig land, een land waar ik van hou, en de politiek, mijn allereerste lief, wil veranderen. Ik kan dat uiteraard niet alleen, maar wou daarin wel het voortouw kunnen nemen. Mensen die mij een beetje kennen weten hoe frustrerend ik het oppositiepak soms vond. Mensen die mij nog beter kennen weten hoe hard ik heb gevloekt over een beeld dat plots was ontstaan in de lastige kiescampagne van 2019.
Dààrom wou ik het graag. Om iets te kunnen opbouwen in plaats van te moeten bekritiseren. Om over partijgrenzen te werken zonder te veel taboes. Om de talrijke overeenkomsten tussen partijen en politici in de verf te zetten in plaats van vooral bezig te moeten zijn met de kleine verschillen. Om tegelijk ook de kracht te koesteren die net uit die verschillen kan voortkomen. Om ook nationaal te doen waarmee wij in Mechelen straffe resultaten hebben geboekt.
Dààrom was ik teleurgesteld. Maar aan zee kreeg ik dus weer adem. Op die manier aan politiek doen zou ook moeten kunnen zonder een ministertitel. In ons politiek systeem is dat niet evident. Vandaar ook mijn twijfel de afgelopen tijd. Maar het is wel mogelijk. Misschien is er zelfs een momentum. Noodzakelijk is het zeker, die omslag. Vanuit het parlement wil ik meewerken aan een politiek van openheid, nieuwsgierigheid en kwetsbaarheid, aan het nieuwe tijdperk waar ik het over had tijdens het investituurdebat (n.v.d.r. debat over het regeerakkoord en de regeringsverklaring) in het Europees Parlement, aan meer democratie en minder particratie.
Als we de politiek willen vernieuwen, zal dat zelfs vooral moeten gebeuren in het parlement. De Kamer moet veel meer dan nu een ontmoetingsplaats worden van mensen, ideeën en meningen. Een plek waar volksvertegenwoordigers trachten te overtuigen, maar zich ook laten overtuigen.
De regering heeft de handen vol met de gezondheidscrisis en de sociale en economische gevolgen. Dat schept ruimte voor de volksvertegenwoordiging om grote hervormingen in handen te nemen: de fiscaliteit van de toekomst, de plannen rond politieke vernieuwing en de institutionele toekomst van België. Het parlement moet minder praatbarak en meer denktank worden. Het moet uiteraard controleren, maar vooral meer inspireren.
Het pleidooi voor meer samenwerking is geen pleidooi voor slappe koffie of voltijdse grijsheid. Want dit is geen tijd voor gezapigheid. Corona zorgt voor meer ongelijkheid, meer wantrouwen, meer concurrentie. Extremen rukken daardoor op. Een meer solidaire samenleving zal er dus niet vanzelf komen. Progressieve politiek zal de komende tijd assertief en overtuigend moeten zijn.
Net daarom is het geen tijd om op te geven. Er zijn heel wat landgenoten met veel grotere kopzorgen. Horecaondernemers zien zwarte sneeuw, mensen van alle leeftijden voelen zich eenzaam en de zorgsector is moegestreden, terwijl de coronacijfers pieken. Voor hen wil ik iets betekenen, en dat kan het best in de politiek.
Ik zal dat doen als overtuigde ecologist, als complexloze progressief én als enthousiaste Vivaldist. Ein-de-lijk is er een project dat ons land een toekomst kan geven. De omstandigheden zijn aartsmoeilijk, maar ik heb veel respect voor het leiderschap van premier Alexander De Croo. Onze groene ministers Petra De Sutter en Tinne Van der Straeten, maar ook hun collega’s Annelies Verlinden en Meryame Kitir maakten indruk tijdens hun eerste mediaoptredens.
Vanuit het parlement zal ik als fractievoorzitter deze regeringsploeg ondersteunen. Alle aandacht moet nu gaan naar de uitvoering van het regeerakkoord en de strijd tegen corona. Federaal volksvertegenwoordiger zijn, en daarbij 21 ecologisten mogen aanvoeren, is een voorrecht. Ik wil dus vooral vooruitkijken. Alles zal ik doen om een goede volksvertegenwoordiger te zijn.
Ik wil jullie allemaal bedanken voor de vele mails, berichten en appjes. Dat heeft deugd gedaan, net als de waardering van de collega’s in het parlement.
Met corona in ons midden zijn het moeilijke en verwarrende tijden. Wees voorzichtig. Zorg goed voor jullie zelf en voor elkaar.
Kristof Calvo, 20 oktober 2020, Mechelen