Met het oog op het beperken van de verspreiding van het coronavirus COVID-19, op de continuïteit van de maatregelen, duidelijkheid en uniformiteit voor de burgers, en gelet op de huidige epidemiologische situatie, zullen in provincie Antwerpen de regels voor het dragen van mondneusmaskers zoals vastgelegd in het Ministerieel Besluit van 30 juni en aangepast in het Ministerieel besluit van 25 september, ongewijzigd blijven.
De regels voor het dragen van mondneusmaskers zoals ze de voorbije weken nationaal van kracht waren, blijven in de provincie Antwerpen behouden. Hierover tekende gouverneur Cathy Berx zonet een politieverordening, en dit mede op verzoek van de burgemeesters. Zij willen graag duidelijke, uniforme en duurzame regels over het dragen van mondneusmaskers in de provincie Antwerpen.
Epidemiologische situatie en overleg in provincie Antwerpen
Gouverneur Cathy Berx: “Helaas is de verspreiding van het coronavirus COVID-19 virus nog steeds bijzonder sterk en continu in provincie Antwerpen. Zo bedraagt de incidentie van nieuwe gevallen per 100 000 inwoners 198,6 in 14 dagen en bedraagt de positiviteitsratio 5,3 %. Dit betekent dat de Provinciale Crisiscel nog steeds meerdere keren per week vergadert om de epidemiologische situatie op de voet te volgen. De Provinciale Crisiscel monitort, verzamelt en evalueert voortdurend de meest recente besmettingscijfers en ziekenhuisopnames per gemeente en ook voor de hele provincie. Lokale uitbraken volgen we van zeer nabij, en bespreken we met de burgemeester en andere lokale actoren. Verder overleg ik ook éénmaal per week via videogesprek met alle burgemeesters en gedeputeerden.”
Burgemeesters – vraag voor uniforme regels
Tijdens het overleg tussen gouverneur, deputatie en burgemeesters van maandag 28 september werd duidelijk dat heel wat burgemeesters de continuïteit wilden waarborgen van de maatregelen m.b.t. het verplicht dragen van mondneusmaskers, zoals die voorzien waren in artikel 21bis van het ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken. Tijdens dat overleg besloten gouverneur Cathy Berx en de burgemeesters om te opteren voor politieverordening, geldend voor het volledige grondgebied van de provincie Antwerpen, m.b.t. het verplicht dragen van mondneusmaskers.
Geen versoepeling van de mondneusmaskerplicht in provincie Antwerpen
Het politiebesluit herhaalt de maatregelen die nationaal van kracht waren voor wat betreft het dragen van mondneusmaskers. Concreet gaat het om de maatregelen uit artikel 21bis van het ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, zoals laatst gewijzigd door het besluit van 25 september. In provincie Antwerpen blijven bijgevolg de strengere maatregelen m.b.t het verplicht dragen van mondneusmaskers van kracht.
In provincie Antwerpen worden deze maatregelen aangevuld met één bijkomende verplichting: ook in de omgeving van onderwijsinstellingen is het dragen van een mondneusmasker verplicht. Deze verplichting geldt tijdens de gebruikelijke in- en uitlooptijden van de onderwijsinstelling, binnen een straal van 200 meter van de in- en uitgangen ervan: kleuter-, lager-, hoger-, universitair- en volwassenenonderwijs. Dit politiebesluit gaat onmiddellijk van kracht en geldt voor het volledige grondgebied van de provincie Antwerpen.
Gouverneur Cathy Berx: “Samen met de burgemeesters volgen we de verspreiding van het virus en de impact ervan nauwgezet op. Maar vooral ook uw en onze inzet maken echt het verschil. Samen met de experten en vele anderen nodigen we iedereen blijvend uit om de maatregelen strikt en nauwkeurig op te volgen. Dat is in het belang van de gezondheid van iedereen. We leren elke dag bij. Maar wat we zeker weten is: als we de alertheid en discipline laten varen, stijgt het aantal besmettingen snel. Alleen samen kunnen we dat zo goed als mogelijk vermijden. Het risico nul bestaat niet. Samen kunnen het wel tot een minimum beperken ”.
Integrale politieverordening
Politieverordening van de gouverneur van 1 oktober 2020 betreffende aanvullende maatregelen in de
strijd tegen het coronavirus COVID-19
Gelet op het Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden en in het
bijzonder artikel 5, §1, e);
Gezien de verklaring van de WHO van 30 januari 2020 van een noodsituatie op het gebied van de
volksgezondheid van internationaal belang;
Gelet op de wet van 6 maart 1818 met betrekking tot de straffen die moeten worden opgelegd voor
overtredingen van algemene maatregelen van intern bestuur, evenals de straffen die kunnen worden
vastgesteld door de reglementen van de provinciale of gemeentelijke autoriteiten;
Gelet op de wet op de politiefunctie van 5 augustus 1992, in artikel 11 ervan vervangen door de wet van 7
december 1998;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 mei 2019 betreffende de noodplanning en het beheer van noodsituaties op
gemeentelijk en provinciaal niveau en de rol van burgemeesters en provinciegouverneurs bij gebeurtenissen en
situaties van crisis die coördinatie of beheer op nationaal niveau vereist, en met name artikel 28;
Gezien het voorzorgsbeginsel in de context van het beheer van een internationale gezondheidscrisis;
Gezien de noodsituatie en het gezondheidsrisico van het nieuwe coronavirus voor de Belgische bevolking als
geheel en voor de provincie Antwerpen in het bijzonder;
Gelet op de besluiten van de bijeenkomst van de Nationale Veiligheidsraad van 23 september 2020;
Gelet op het rapport van de Risk Assessment Group (RAG) van 23 september 2020;
Gelet op het voorzorgsbeginsel dat inhoudt dat wanneer een ernstig en potentieel risico met een zekere mate
van waarschijnlijkheid wordt ontdekt, het aan de overheid is om dringende en voorlopige
beschermingsmaatregelen te nemen op het meest geschikte niveau;
Overwegend dat de gezondheidssituatie regelmatig wordt beoordeeld; overwegende dat dit betekent dat een
terugkeer naar strengere of flexibelere maatregelen nooit kan worden uitgesloten;
Overwegend dat de verspreiding van het nieuwe coronavirus COVID-19 nog steeds bijzonder sterk en continu
is in provincie Antwerpen. Zo bedraagt de incidentie van nieuwe gevallen per 100.000 inwoners 198,6 in 14
dagen en bedraagt de positiviteitsratio 5,3 %.
Gezien het feit dat het noodzakelijk is om bijzondere aandacht te besteden aan activiteiten die een aanzienlijk
risico op verspreiding van het virus met zich meebrengen vanwege het risico van te nauw contact tussen
individuen, van bijeenkomsten met te veel mensen;
Overwegend dat maatregelen die gericht zijn op het verminderen van de risico’s van de verspreiding van het
coronavirus, het evenredigheidsbeginsel moeten respecteren en moeten worden aangepast aan de lokale
realiteit;
Gezien de besmettingstijden die in dit stadium door de wetenschap worden beschreven en de duur die nodig is
om een preventieve maatregel effect te laten sorteren, evalueren we de situatie minstens wekelijks;
2/4
Gelet op artikel 128 van de Provinciewet;
Gelet op het Koninklijk besluit van 22 mei 2019 betreffende de lokale noodplanning, en meer bepaald artikel 28;
Gelet op het Ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het
coronavirus COVID-19 te beperken, gewijzigd met de besluiten van 10 juli, 24 juli, 28 juli, 22 augustus en 25
september 2020;
Overwegende dat artikel 23 van het Ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om
de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, gewijzigd met de besluiten van 10 juli, 24 juli, 28
juli, 22 augustus en 25 september 2020, bepaalt dat zowel de burgemeester als de gouverneur aanvullende
preventieve maatregelen kan nemen;
Gelet op artikel 21bis van het Ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de
verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, zoals laatst gewijzigd door het Ministerieel besluit van
25 september 2020, dat bepaalt dat
(i) eenieder vanaf de leeftijd van 12 jaar verplicht is om de mond en de neus te bedekken met een mondmasker
of elk ander alternatief in stof wanneer het onmogelijk is om de naleving van de regels van social distancing te
garanderen, met uitzondering van de gevallen bedoeld in artikel 19, §2 en
(ii) eenieder vanaf de leeftijd van 12 jaar verplicht is om de mond en de neus te bedekken met een mondmasker
of elk ander alternatief in stof op de volgende plaatsen:
de winkels en de winkelcentra;
de bioscopen;
de theater-, concert- en conferentiezalen;
de auditoria;
de gebedshuizen en bezinningsplaatsen;
de musea;
de bibliotheken;
de casino’s en speelautomatenhallen;
de handelsbeurzen, met inbegrip van de salons;
de winkelstraten, de markten, met inbegrip van de brocante- en rommelmarkten, de kermissen en elke
publieke druk bezochte plaats, bepaald door de bevoegde lokale overheid en afgebakend met een
aanplakking die de tijdstippen verduidelijkt waarop de verplichting van toepassing is;
de inrichtingen die behoren tot de horecasector, behalve wanneer de klanten aan hun eigen tafel zitten;
Overwegende dat deze aanpassing van artikel 21bis van het Ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende
dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, met het Ministerieel
besluit van 25 september 2020 de verplichting om de mond en de neus te bedekken met een mondneusmasker
of elk ander alternatief in stof ophief op volgende plaatsen:
de openbare gebouwen (voor de publiek toegankelijke delen);
de activiteiten bedoeld in artikel 11§3 van het besluit van 30 juni 2020 houdende dringende
maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, zoals laatst gewijzigd
door het Ministerieel besluit van 25 september 2020, met name:
o een maximum van 200 personen mag de burgerlijke huwelijken, begrafenissen en crematies
zonder de mogelijkheid van blootstelling van het lichaam en de collectieve uitoefening van de
eredienst en de collectieve uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening,
alsook de activiteiten binnen een filosofisch-levensbeschouwelijke vereniging, met naleving van
de regels voorzien door artikel 14 van het Ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende
3/5
dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken,
bijwonen;
de bijeenkomsten bedoeld in artikel 11§4 van het besluit van 30 juni 2020 houdende dringende
maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, zoals laatst gewijzigd
door het Ministerieel besluit van 25 september 2020, met name:
o een publiek van maximum 200 personen mag de evenementen, voorstellingen, lessen in
auditoria en wedstrijden bijwonen, voor zover deze binnen worden georganiseerd, met naleving
van de modaliteiten voorzien in artikel 4 lid 2 van het Ministerieel besluit van 30 juni 2020 of in
het toepasselijke protocol;
o een publiek van maximum 400 personen mag de evenementen, voorstellingen en wedstrijden
bijwonen, voor zover die buiten worden georganiseerd, met naleving van de modaliteiten
voorzien in artikel 4 lid 2 van het Ministerieel besluit van 30 juni 2020 of in het toepasselijke
protocol;
de betogingen bedoeld in artikel 11§5 van het Ministerieel besluit van 30 juni 2020, zoals laatst
gewijzigd door het Ministerieel besluit van 25 september 2020, met name de statische betogingen tot
een maximum van 400 deelnemers die plaatsvinden op de ogenbare weg, waar de social distancing
kan worden gerespecteerd en die voorafgaan werden toegelaten door de bevoegde gemeentelijke
overheid overeenkomstig artikel 13 van het Ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende
maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het overleg met de burgemeesters van de provincie Antwerpen op 28 september 2020, waarin
aangegeven werd dat een groot deel van de burgemeesters zelf lokale besluiten wou nemen om de continuïteit
van de maatregelen uit artikel 21bis van het ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende
maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, zoals laatst gewijzigd door het
besluit van 25 september 2020, te garanderen;
Gelet op de vraag van de burgemeesters aan de gouverneur om deze continuïteit te garanderen met een
politieverordening die geldig is voor het volledige grondgebied van de provincie Antwerpen om zo de uniformiteit
binnen de provincie te bewaren;
BESLUIT:
Artikel 1
Voor het gehele grondgebied van de provincie Antwerpen geldt dat iedereen vanaf de leeftijd van 12 jaar
steeds een masker dat de mond en de neus bedekt (mondneusmasker) of elk ander alternatief in stof bij zich
moet hebben in de openbare ruimte evenals in private plaatsen die toegankelijk zijn voor het publiek.
Artikel 2
Aanvullend op de bepalingen uit artikel 21bis van het Ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende
maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, is iedereen vanaf de leeftijd van
12 jaar verplicht om een masker dat de mond en de neus bedekt (mondneusmasker) of elk ander
alternatief in stof te dragen, onverminderd de uitzonderingen voorzien in de artikelen 3 en 4 van deze
politieverordening, op volgende plaatsen en tijdens volgende activiteiten in de provincie Antwerpen:
de openbare gebouwen (voor de publiek toegankelijke delen);
de omgeving van onderwijsinstellingen: onverminderd strengere gemeentelijke voorschriften, is het
dragen van een mondneusmasker verplicht, tijdens de gebruikelijke in- en uitlooptijden van de
onderwijsinstelling, binnen een straal van 200 meter van de in- en uitgangen ervan: kleuter-, lager-,
hoger-, universitair- en volwassenenonderwijs;
4/5
de winkelstraten (tijdens de openingsuren van de handelszaken), de markten, met inbegrip van de
brocante- en rommelmarkten en de kermissen;
de activiteiten bedoeld in artikel 11 §3 van het Ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende
maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, zoals laatst gewijzigd
door het Ministerieel besluit van 25 september 2020, met name:
o een maximum van 200 personen mag de burgerlijke huwelijken, begrafenissen en crematies
zonder de mogelijkheid van blootstelling van het lichaam en de collectieve uitoefening van de
eredienst en de collectieve uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening,
alsook de activiteiten binnen een filosofisch-levensbeschouwelijke vereniging, met naleving van
de regels voorzien door artikel 14 van het Ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende
dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken,
bijwonen;
de bijeenkomsten bedoeld in artikel 11 §4 van het Ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende
dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, zoals laatst
gewijzigd door het Ministerieel besluit van
25 september 2020, met name:
o een publiek van maximum 200 personen mag evenementen, voorstellingen, lessen in auditoria
en wedstrijden bijwonen, voor zover deze binnen worden georganiseerd, met naleving van de
modaliteiten voorzien in artikel 4, lid 2 van het Ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende
dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken of in het
toepasselijke protocol;
o een publiek van maximum 400 personen mag evenementen, voorstellingen en wedstrijden
bijwonen voor zover die buiten worden georganiseerd, met naleving van de modaliteiten
voorzien in artikel 4, lid 2 van het Ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende
maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken of in het
toepasselijke protocol;
de betogingen bedoeld in artikel 11, §5 van het Ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende
dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, zoals laatst
gewijzigd door het Ministerieel besluit van 25 september 2020, met name de statische betogingen tot
een maximum van 400 deelnemers die plaatsvinden op de ogenbare weg, waar de fysieke afstand kan
worden gerespecteerd en die voorafgaand werden toegelaten door de bevoegde gemeentelijke
overheid overeenkomstig artikel 13 van het Ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende
maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.
Artikel 3
De verplichting conform artikel 2 geldt niet tijdens het nuttigen van eten en/of drinken.
Artikel 4
Wanneer het dragen van een mondneusmasker of elk alternatief in stof niet mogelijk is om medische redenen,
mag een gelaatsscherm worden gebruikt. De personen die in de onmogelijkheid zijn een mondmasker, een
alternatief in stof of een gelaatsscherm te dragen omwille van een beperking, gestaafd door middel van een
medisch attest, moeten niet voldoen aan de bepalingen van dit besluit die in deze verplichting voorzien.
Artikel 5
Deze verordening is onmiddellijk uitvoerbaar en treedt vanaf de dag van bekendmaking ervan in werking en dit
tot ze wordt opgeheven.
Artikel 6
Overtredingen van dit besluit worden gestraft met een gevangenisstraf van acht tot veertien dagen en met een
geldboete van 26,00 euro tot 200,00 euro, of met één van voormelde straffen alleen.
5/5
Artikel 7
Tegen deze beslissing kan beroep worden ingesteld door binnen de zestig (60) dagen na ontvangst, een
verzoekschrift tot schorsing of vernietiging in te dienen bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van
State. Het ondertekend verzoekschrift kan per aangetekende zending aan de griffie van de Raad van State,
Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel worden gericht of elektronisch via https://eproadmin.raadvst-consetat.be/