“Hoewel we in Boom nog steeds de hoogste kansarmoede-index van Vlaanderen hebben, merken we dat de kloof met andere gemeentes kleiner wordt, enerzijds door het dalen van ons eigen cijfer, maar zeker ook door het stijgen van de kansarmoede-index van andere gemeentes”, zegt Inge De Ridder, schepen voor sociale zaken. “Hoewel het lokaal bestuur Boom verheugd is dat het cijfer gedaald is, wordt wel vastgesteld dat de kansarmoede-index in Boom nog steeds veel te hoog is. Elk kind dat in armoede geboren wordt is er één te veel en het lokaal bestuur Boom wil dan ook blijven inzetten op het bestrijden van kinderarmoede. Toch is het opsteker voor iedereen die hiermee begaan is dat de verschillende maatregelen die de voorbije jaren genomen werden vruchten afwerpen. Ik denk ook dat de cijfers trager komen dan de resultaten op het terrein. Niets om hoera over te roepen, maar we hopen wel dat de dalende trend is ingezet.”
Boom levert heel wat inspanningen om de kinderkansarmoede aan te pakken. Denken we hierbij aan de aanwerving van brugfiguren, de opstart van het buurtrestaurant De Tuin van de Kleine Chef, het fysieke Huis van het Kind in de ruilwinkel Boempetat!, de goede samenwerking met allerlei gezins- en opvoedingsondersteunende organisaties en diensten binnen Boom,…), de pamperbank, soep op school en dergelijke meer.
“In januari hebben we ook aan het CLB gevraagd om een centraal meldpunt rond spijbelen te organiseren om zo de schooluitval in het secundair onderwijs tegen te gaan. Een diploma is immers de grootste garantie op een job en op een kans om uit een vicieuze cirkel van armoede te geraken. We blijven in elk geval naar structurele oplossingen zoeken, werken rond activering, het leren van het Nederlands en dergelijke. Een groot deel van onze aandacht gaat ook naar detectie omdat het meestal in de thuissituatie zelf is dat we impact moeten krijgen. We proberen dus zo laagdrempelig mogelijk te zijn voor zij die het nodig hebben.”