Machteld Verbruggen is haar passie voor onderwijs nooit verloren, ze wil als al-gemeen directeur voeling houden met de basis en haar steentje bijdragen aan de inspanningen, die de docenten van Thomas More zich alle dagen getroosten om de studenten kwalitatief hoger onderwijs te blijven aanbieden.
Algemeen directeur in het auditorium
Het is geen evidentie dat een algemeen directeur van een hogeschool met 15 000 studenten ook nog lesgeeft. Toch neemt Machteld Verbruggen de draad als docent weer op. Dit academiejaar neemt zij het opleidingsonderdeel “Recht en ondernemen” voor de eerstejaarsstudenten van de opleiding Bedrijfsmanagement in Mechelen voor haar rekening.
Machteld Verbruggen is haar passie voor onderwijs nooit verloren, maar ze wil ook voeling houden met de studenten en zelf aan den lijven ondervinden wat lesgeven in het hoger onderwijs anno 2016 betekent. “Als je dag in dag uit met het beleid van een grote hogeschool bezig bent, bestaat het gevaar dat je de afstand met de basis te groot laat wor-den. Voor je het weet neem je beslissingen, die voor jou en je staf evident lijken, maar die door de docent op de werkvloer als bureaucratisch of zelfs overbodig ervaren wor-den”, zegt Machteld Verbruggen.
om een steentje bij te dragen
Maar er is meer. Machteld Verbruggen geeft Recht en Ondernemen aan alle eerstejaars-studenten van de opleiding Bedrijfsmanagement samen. Er wordt daarvoor zelfs uitgeweken naar een aula van het Diocesaan Pastoraal Centrum in Mechelen, want de hogeschool heeft geen lokaal dat groot genoeg is om 300 studenten te herbergen. Recht en Ondernemen is in de opleiding een hulpwetenschap en kan gemakkelijker aan een grote groep gegeven worden.
“Door het aan alle studenten tegelijk te geven, maken we uren vrij voor een goede bege-leiding op maat in de hoofdvakken uit de opleiding waarvoor dat veel meer nodig is”, aldus Verbruggen. “De jarenlange onderfinanciering van het hoger onderwijs dwingt ons om de beperkte middelen, die we van de overheid krijgen zo efficiënt mogelijk in te zetten. Dat betekent o.a. lesgeven aan grote groepen waar het kan en kleine groepen voorbehouden voor waar het nodig is. Door zelf zo’n grote groep voor mijn rekening te ne-men wil ik mijn steentje bijdragen aan de inspanningen, die mijn collega’s zich alle dagen getroosten om onze studenten kwalitatief hoger onderwijs te blijven aanbieden.”
“7.000 euro per student, evenveel als in 2009”, dat is wat de Vlaamse hogescholen met de actie “Want wij zijn het waard” nog altijd vragen. Een meer dan terechte vraag.
De OESO heeft het ook begrepen
In haar nieuwste rapport “Education at a Glance” dat nog maar pas in de pers aan bod kwam, beschrijft de OESO de financiering van het onderwijs in Vlaanderen. “Ze krijgen inderdaad te weinig middelen”, zegt OESO-topman Dirk Vandamme in De Morgen (vrij 16 sept) als hij het over de Vlaamse hogescholen en universiteiten heeft. Hij erkent ook dat de onderfinanciering van het hoger onderwijs al meer dan tien jaar oud is en door geen enkele minister echt aangepakt werd.
Maar Vandamme gelooft niet dat dit de kwaliteit heeft aangetast: “Intuïtief en op basis van de internationale rankings heb ik niet het gevoel dat ze erop achteruitgegaan zijn. Ze compenseren de teruglopende middelen ook door hun inzet en werkijver. Maar er mag niet te veel op die goede wil worden geteerd.”