Deze zondag 9 september vindt de Open Monumentendag plaats. In Mechelen kan je zoals elk jaar voor één dag een kijkje nemen in enkele unieke historische panden die de rest van het jaar niet publiek toegankelijk zijn. Blikvanger van deze editie is het herenhuis ‘Groot Huis van Boisot’ in de Frederik de Merodestraat 86. Schepen van Monumentenzorg Karel Geys is alvast enthousiast. “De oudste delen van het pand gaan terug tot de late 15de of vroege 16de eeuw. Daarnaast vind je ook veel 19de-eeuwse kenmerken. In de 16de eeuw kocht Charles Boisot, ridder en raadsheer bij de Grote Raad van Mechelen, dit herenhuis met tuin. Ook de eeuwen daarna bleef het ‘Huis van Boisot’ voornamelijk in handen van adellijke families.
In de jaren 1990 voerde studente Anneke Bossier, in het kader van een postgraduaat monumenten- en landschapszorg een eerste onderzoek naar dit pand. Op basis van deze gegevens konden de geschiedenis van dit gebouw en de bewoners uitgediept worden door de dienst Monumentenzorg. In de 17de eeuw werd de imposante voorgevel in klassieke barokstijl opgetrokken, die nog steeds te zien is in de F. de Merodestraat. Uit een 18de-eeuwse schatting blijkt dat het ‘Groot Huis van Boisot’ toen ook een paardenstal, een schuur en een uitgang op de Lange Heergracht omvatte. In de loop der jaren werd het interieur verrijkt met onder meer ingewerkte schilderijen en een sierschouw.
Aan het begin van de 19de eeuw werd het gebouw langs buiten- en binnenkant grondig verbouwd. De barokdecoratie in het interieur maakte plaats voor de empirestijl. Deze stijl kende een korte maar krachtige bloeiperiode tijdens het eerste keizerrijk van Napoleon (1804-1814) en maakt het ‘Huis van Boisot’ echt de moeite. Karel Geys: “Pronkstukken zoals het unieke salon op het gelijkvloers in empirestijl zijn tijdens de Open Monumentendag eenmalig te bewonderen. Ook de verfraaiingen van de tweede helft van de 19de eeuw zijn het bezichtigen waard: de trompe-l’oeil schildering in de traphal bijvoorbeeld. De huidige eigenaar maakte werk van de restauratie waarbij de talrijke decoratieve schilderingen werden gereconstrueerd.”