In het Museum van de Groentestreek, ‘t Grom in Sint-Katelijne-Waver, duiken ze in de geschiedenis van de Vlaamse tuinbouw. En welk moment beter daarvoor dan in de aanloop naar de zaaimaand maart. De 8e Zadenbeurs in ‘t Grom van zondag 19 februari is het moment voor de hobbytuinier om historische teelten opnieuw te ontdekken. Een mythische kool in je moestuin dit jaar, waarom niet?
Weeuwen
Maart is de perfecte zaaimaand. Buiten mag het dan nog koud zijn, maar heel wat gewassen kan je al binnen voorzaaien. Zo win je tijd en kunnen de groenten straks eerder geoogst worden. “Door de zaden binnen te laten kiemen, kan je de mooie zaailingen met jonge wortels later makkelijk uitplanten. Of verspenen, zoals dat heet.” vertelt directeur-conservator Maarten Jacobs van ‘t Grom. “Je kan ze soms vanaf maart
buiten in een zogenaamde koude bak onder glas opkweken, maar dat is nog niet de echte weeuwenteelt.”
De weeuwenteelt is oude manier om al vroeg in het voorjaar de eerste groenten te oogsten. Daarvoor is het nu te laat, want daarmee begint de doorwinterde hovenier al in het najaar. Voor er verwarmde serres waren, werden zo de vroegste kolen van het jaar opgekweekt.
“Weeuwenteelt zit er nu niet meer in” weet Maarten Jacobs, “maar er is nog meer dan voldoende tijd en keuze om er fantastisch seizoen van te maken in de moestuin. Daarom organiseren we onze Zadenbeurs al voor de achtste keer. Het publiek kan hier rechtstreeks bij de zaden- en plantenkwekers advies bekomen over welke soorten ze voor welke doelen het beste kiezen.” Goed advies is goud waard, ook in de tuin.
Moestuinbabbel
“De fijne babbels tussen professionele kwekers en hobbytuiniers zijn een grote meerwaarde van de Zadenbeurs.” beaamt Maarten Jacobs. Tijdens deze editie van de Zadenbeurs is daarom het Centrum Agrarische Geschiedenis of CAG uit Leuven te gast in ‘t Grom. Ze nodigen iedereen uit voor een heuse moestuinbabbel waarbij het erfgoed van de moestuin in alle vormen, kleuren en verhalen verzameld wordt. Dat kan oud tuinwerktuig zijn of familiefoto’s waarop de moestuin te zien is. Als décor voor communiefeesten of de zoektocht naar paaseieren. Het kan allemaal.
Die objecten, herinneringen of foto’s zijn van harte welkom op de moestuinbabbel. Medewerkers van het CAG zullen ze noteren en digitaal bewaren voor de toekomst. Lien Vloeberghs van het CAG nodigt je van harte uit: “Moestuinen zijn eeuwenoud, maar ook onze toekomst. Het project ‘MOES-tuin’ verzamelt handelingen, tradities, rituelen en ervaringen uit moestuinen. Wat leeft in de handen, hoofden en harten van moestuiniers. Van vroeger en nu. Breng tijdens de zadenbeurs iets mee wat voor jou belangrijk is in de moestuin. Gereedschap, een oude foto, moestuinboekje, kalender, teeltplan, zaden… Iets van jou of van je (groot)ouders. En vertel ons waarom en hoe jij tuiniert, wat jij samen met ons wil bewaren en delen voor toekomstige generaties. We luisteren naar je verhalen, scannen je foto of fotograferen je object. Je neemt alles meteen terug naar huis. We bedanken je graag met een drankje.”
Focus!
De focus van de zadenbeurs is duidelijk, tuinbouwerfgoed zaaien, delen en bewaren. “En daarvoor hebben we dit jaar nog een extra verrassing in petto” kondigt Maarten Jacobs aan. “In samenwerking met CAG en Bokrijk presenteren we in avant-première de docufilm ‘Focus Vakmanschap Teeltselectie’. We werkten het voorbije jaar het gelijknamige project waarbij we in gesprek gingen met zogenaamde boeren- vermeerderaars. Dat zijn boeren die nog weten hoe en waarom de beste planten uit hun veld te sorteren om er later superzaden van te winnen.” Die boeren-vermeerderaars hebben daarvoor een zesde zintuig zo blijkt uit de docu waarin Greet Lambrecht van Vitale Rassen, Marc Peeters van Vers en Gezond, en Peter Bauwens van De Nieuwe Tuin figureren.
Dit is Belgisch
De Zadenbeurs wordt voor het tweede jaar op rij bezet door standhouders dieuitsluitend uit België komen. De eerste edities bleek dat verre van haalbaar en nodigde ‘t Grom vooral zaadhandelaars uit Nederland uit waar traditioneel een groter aanbod is.
“De laatste jaren merkten we echter dat er meer en meer begon te leven rond het thema van de zogenaamde lokale en historische agrobiodiversiteit. Dat zijn variëteiten van gewassen die specifiek in onze regio’s ontstaan zijn.” vertelt Maarten Jacobs, “Niet in het minst dankzij de vereniging Vitale Rassen die inzetten op behoud en vermeerdering van de eigen zaadkweek voor en door boeren. Zij zetten bijvoorbeeld de Mechelse blauwgroene prei weer letterlijk op de kaart.”
‘t Grom steekt die groeiende gemeenschap graag een hart onder de riem en dus opent het zoveel mogelijk de deuren voor hen. Die lokale historische gewassen zijn zelfs een vast onderdeel van de collectie geworden, want het museum toont ze in de tuinen en bewaart ze in een zogenaamde seminotheek of zadencollectie. “Die variëteiten zijn ontstaan door generaties lang van bewust selecteren en aanpassen. Wij beschouwen die net zozeer als culturele artefacten als een ander stuk uit onze tuinbouwcollectie.” benadrukt Maarten Jacobs.
Dat Belgische zadenerfgoed blijkt bovendien heel duurzaam te zijn. In de diepvriezers van het befaamde onderzoekscentrum ILVO Plant in Melle bewaren ze onder andere zaden van hollepijpselder die in 1990 verzameld werden bij een boer in Lier. Die zaden werden na 30 jaar weer ontkiemd en de planten getoond in de tuinen van ‘t Grom. Ook de Verenigde Naties hechten belang daaraan want in hun SDG’s of duurzameontwikkelingsdoelstellingen besloten ze honger in de wereld terug te dringen door de genetische diversiteit in stand te houden van zaden en cultuurgewassen en de daaraan gekoppelde traditionele kennis.
Op de 8e Zadenbeurs van ‘t Grom op zondag 19 februari valt dat allemaal te ontdekken.
Info en tickets via tgrom.be.