Het CECI-project, wat staat voor ‘Circular Economy blooms through Citizen Involvement’, is een Europees Interreg-project met als doel de circulaire economie te stimuleren en te faciliteren, met een belangrijke focus op het betrekken van de burgers, niet alleen als consument maar ook als producent in de circulaire economie. Het is een samenwerking van acht partners uit zes Europese landen, onder leiding van de LAB University of Applied Sciences uit Finland. Het project werd opgestart in augustus 2019 en loopt nog tot de zomer van 2023. In November 2021 komen alle partners en hun stakeholders naar Mechelen om de circulaire doeners in onze stad te ontmoeten. Deze week was Mechelen al de virtuele gaststad van de derde interregionale meeting van het project.
Naast de stand van zaken van elke partner wat betreft de opmaak van hun circulaire economie-beleidsplan dat klaar moet zijn tegen voorjaar 2022, werd er ook een thematische sessie georganiseerd met sprekers vanuit heel verschillende hoeken over hoe organisch afval op te waarderen (van afvalintercommunales tot privé-afvalophalers of ondernemers die aan de slag gaan met bepaalde organische reststromen). Daarnaast organiseerde Mechelen een workshop over hoe stakeholders te betrekken in de opmaak van het circulaire economie-actieplan, gezien we in participatie het voortouw nemen.
Elke regio is anders en elke partner heeft een eigen insteek en toch kunnen de partners veel van elkaar leren, vertelt schepen van duurzaamheid en slimme stad Marina De Bie (Groen): “Het is misschien niet verrassend dat mobiliteit overal een issue is, maar het valt op dat dit ook steeds vaker een thema is dat vanuit de bril van de deeleconomie benaderd wordt. Dit is een facet van mobiliteit waar we in Mechelen al lang een voortrekkersrol vervullen. Met de grootte van Mechelen was dit nooit een evident gegeven en de lessen die we ondertussen geleerd hebben, zijn dus zeker zinvol voor andere kleine en middelgrote steden.”
“Daarnaast viel het vooral op dat ook hier de coronacrisis een rem zet op het ontwikkelen van initiatieven”, gaat ze verder. “Binnen CECI is het expliciet de bedoeling om burgers te betrekken en burgerinitiatieven te ondersteunen. Dit is het voorbije anderhalf jaar uiteraard geen evidentie geweest. Tegelijkertijd heeft het iedereen wel toegelaten om de actieplannen rond circulaire economie voor te bereiden: het was mooi om te zien dat er een enthousiaste groep mensen klaar staat om op verschillende plaatsen in Europa de circulaire economie een stevige boost te geven als corona wat verder naar de achtergrond is verdrongen.”
Tijdens de thematische sessie over biologische reststromen, kwam onder andere de recent gelanceerde Mechelse oesterzwamkwekerij Coflab aan bod. Maar ook voor Mechelen zelf werden inspirerende voorbeelden besproken: “Het Finse Päijät-Häme werkt aan een soort uitgebreide versie van MEST, waarbij leegstaande ruimtes voor allerlei soorten activiteiten ter beschikking wordt gesteld. Ze werken aan een app om dit op een snelle en laagdrempelige manier te kunnen doen. Het Tsjechische Ostrava werkt dan weer aan een niet-eetbare versie van ons Foodsavers-project: bedrijven zullen hun rest- en afvalstromen op een database kunnen zetten, waar ze een geïnteresseerde afnemer kunnen vinden. Ik ben ervan overtuigd dat alle plannen en ideeën van de verschillende partners in elkaar geschoven kunnen worden tot een sterk, globaal en universeel bruikbaar verhaal”, besluit Marina De Bie.