Kwalitatieve data en slimme technologieën moeten handelskern laten floreren
Mechelen gaat in samenwerking met andere centrumsteden de krachten bundelen om een platform op te zetten met bruikbare data. Doel is om de lokale economie in de handelskernen na een moeilijk jaar weer te laten openbloeien. Het nieuwe project kan rekenen op Europese, Vlaamse en provinciale subsidies.
Veel steden hebben dezelfde uitdaging om betrouwbare retaildata te verkrijgen en ermee aan de slag te gaan. Voorlopig pakken de meeste steden dit nog op hun eilandje aan. Daarom slaan de centrumsteden Mechelen, Antwerpen, Leuven en Roeselare en hogeschool Thomas More de handen in elkaar om slimme data te verkrijgen en te analyseren. De bundeling van de krachten gebeurt binnen het Europees EFRO-project, maar de steden kunnen hun eigen accenten leggen.
“We gaan voor gezonde ondernemingen in een gezond ondernemingsgebied. Het gebruik van een meer datagestuurd beleid is een uitgelezen kans om op het gebied van ondernemerschap, nog meer te innoveren. Aangezien het hier gaat over relatieve nieuwe technologieën, is het interessant om hiervoor samen te werken met andere steden en onze kennis te delen”, aldus Greet Geypen, schepen van Economie.
Monitoringsysteem uitbouwen om data te delen
De steden bouwen een systeem uit waarbij ze betrouwbaar retaildata genereren en die op een gebruiksvriendelijke en GDPR-correcte manier kan uitwisselen met gegevens die ondernemers ter beschikking hebben. Ondernemers kunnen op goedkope manieren data verzamelen (bijvoorbeeld dagomzetten, bezoekerscijfers, social media clicks …). Echter zijn dit veelal de enige cijfers die ze ter beschikking hebben en waarop ze zich baseren om bijvoorbeeld hun ondernemersplan aan te passen. De stad wil hun mogelijke data uitbreiden en dit verzamelen in een handelaarsdashboard.
“Door kwalitatieve data te vergaren en deze op een gebruiksvriendelijke manier met elkaar te delen en te analyseren, kan er tot ruimere inzichten gekomen worden en kennen we ook beter de gezondheid van ons winkelgebied”, klinkt het bij Marina De Bie, schepen van Slimme Stad. “Deze data zijn zowel belangrijk voor de stad, als voor onze ondernemers. Net zoals de steden aan een datacultuur werken om betere beslissingen te nemen, willen we de handelaars overtuigen ook meer beslissingen te nemen op basis van data. Wie beschikt over data, beschikt over meer kennis en kan betere beslissingen nemen. Het is een uitgelezen kans om middelen efficiënter en effectiever in te zetten en zo meer doelgericht te werken. Meten is weten!”
Passantentellingen
Het project heeft meerdere doelen zoals o.a. het actiever benutten van data, een correcter beeld te geven van de drukte in de stad en in de winkelstraten, een betere uitwisseling van de data tussen de stad en de detailhandelaars, de uitbouw van een monitoringsysteem, een opleiding voor de ondernemers om de data correct te gebruiken, enzovoort.
Schepen Greet Geypen legt uit: “Het zal ons meer mogelijkheden geven. De data zal ons bijvoorbeeld meer informatie doen vergaren over de drukte in de winkelstraten, of over de bezetting van de parkings. Informatie die zeer nuttig kan zijn voor handelaars, horeca-uitbaters, ondernemers en investeerders. Vaak zijn de passantentellingen het eerste waar retailers naar vragen als ze met onze stad contact opnemen. Het is belangrijk dat we deze cijfers dan ook kunnen voorleggen. Aan de hand daarvan beslissen ze of ze zich in Mechelen willen vestigen en op welke locatie.”
Behoeften van ondernemingen in kaart brengen
“Het is essentieel om de behoeften van de ondernemingen mee te nemen in de projectontwikkeling. We bekijken samen met de handelaars over welke data zij beschikken, op welke manier ze deze data willen delen met de stad, welke data zij van de stad willen ontvangen en op welke manier”, aldus Greet Geypen.
“Hogeschool Thomas More zal ons helpen om die behoeften in kaart te brengen. Op basis van die bevindingen wordt beslist welke data de stad essentieel dient aan te kopen. Daarnaast zullen de handelaars gecoacht worden om meteen de nodige impact te genereren”, besluit Marina De Bie.
De totale projectkost bedraagt zo’n miljoen euro voor alle projectpartners samen. In dat bedrag zitten o.a. de personeelskosten van de deelnemende centrumsteden, het aankopen van de data, de coaching, het handelaarsdashboard … De steden moeten echter niet het hele bedrag ophoesten. Zowel Europa als Vlaanderen subsidiëren dit project voor 40%. Provincie Antwerpen ondersteunt de stad met 4%.