Opzet van deze ontmoeting was een verkennend gesprek te voeren over een samenwerking die men op poten wil zetten in de strijd tegen radicalisme. Beide burgemeesters werden geflankeerd door hun respectievelijke korpschefs, preventie- en radicaliseringsambtenaar.
Beide gemeenten zijn haast een blauwdruk van elkaar en hebben meer parallellen dan je op het eerste zicht zou denken. Sint-Jans-Molenbeek heeft ongeveer 93.000 inwoners, waarvan 28.000 met een Marokkaanse achtergrond. Mechelen telt bijna 85.000 inwoners waarvan er ongeveer 16.000 Marokkaanse roots hebben.
Het was een constructief onderhoud dat uitmondde in het maken van concrete afspraken om de samenwerking op korte termijn gestalte te geven. De samenwerking zal zich op drie domeinen concentreren:
– aanpak van en strijd tegen radicalisering
– stadsontwikkeling
– politionele samenwerking.
In een eerste fase komt de aanpak van en strijd tegen de radicalisering aan bod, waarbij drie items onderscheiden kunnen worden.
– preventie: een belangrijke rol is hier weggelegd voor de straathoek- en preventiewerkers, maar eveneens voor het georganiseerde jeugdwerk. ROJM (Regionaal Open Jeugdcentrum Mechelen) is in Mechelen een voorbeeld hiervan.
– theoretisch model: hier dienen de radicaliseringsambtenaren een belangrijke insteek aan te reiken, waarbij de theoretische modellen in de praktijk dienen omgezet te worden.
– politie: hier zal men vooral de focus leggen op het uitwisselen van informatie, maar tevens ook kijken naar de manier van werken. (sterkten en zwakten) Zo zullen politiemensen effectief aan de slag gaan in de andere zone. Een belangrijke vorm van samenwerking zal zich situeren in het domein van de opleidingen die de terreinmedewerkers zullen krijgen. (opleidingen rond islam en radicalisering bv.)
In tweede en derde fase zal men het partnership dan uitdiepen op het vlak van stadsontwikkeling en intelligente politiezorg. Binnen het samenwerkingsverband zullen de actoren van Sint-Jan-Molenbeek en Mechelen ook elkaars werkingen bezoeken om te bekijken en aan te voelen hoe het effectief op het terrein verloopt.
foto: Facebookpagina Bart Somers