Op initiatief van minister van Media Ingrid Lieten vond er eind vorige week op haar kabinet een overlegvergadering plaats tussen het Mechelse telecombedrijf Telenet en een vertegenwoordiging van de regionale televisieomroepen.
De nieuwe vergoedingen die Telenet hanteert vertrekken van de marktaandelen per omroep. De regionale omroepen zijn van mening dat die berekeningswijze niet tegemoet komt aan de specifieke decretale situatie waarin de regionale omroepen zich bevinden. Regionale televisieomroepen maken immers zeer specifieke informatieprogramma’s voor een specifiek publiek in een welomschreven zendgebied.
De wetgever heeft al die voorwaarden formeel vastgelegd in een decreet op de regionale televisie. Tijdens een toelichting op het kabinet van minister Lieten hebben de regionale omroepen de gelegenheid gekregen hun positie nogmaals toe te lichten aan de minister en aan Telenet. Telenet van haar kant heeft begrip voor de specifieke situatie van de regionale zenders maar meent niet dat ze zomaar een uitzondering kan maken zonder de andere zenders te benadelen.
Telenet is namelijk van mening dat de specifieke positie waarin de regionale omroepen zich bevinden geen aanleiding kan zijn voor het aanpassen van hun vergoedingen en meent dat de regionale omroepen geen aanspraak kunnen maken op een bijzondere regeling tenzij die bijzondere regeling per decreet aan de operatoren zou worden opgelegd. Onder bemiddeling van minister Ingrid Lieten werd de voorbije weken in de luwte gewerkt om tot een oplossing te komen die beide standpunten zou kunnen verzoenen. Die oplossing werd eind vorige week gevonden en bestaat uit twee delen:
1. In het vooruitzicht van een aanpassing van het decreet gaan de regionale omroepen akkoord met de nieuwe verdelingsmodellen van Telenet. Telenet zal voorzien in een overgangsfase van maximum drie jaar waarbinnen de auteursrechten voor de regionale omroepen jaarlijks zullen dalen totdat ze in overeenstemming zijn met de vergoedingstabellen op basis van het marktaandeel. Via deze uitzonderlijke overgangsregeling krijgen de regionale omroepen de komende drie jaar voorlopig wat ademruimte die broodnodig is om de uitdagingen van de huidige marktomstandigheden het hoofd te bieden. Vervolgens zal Telenet de regionale zenders behandelen zoals elke andere zender.
2. Intussen zal op initiatief van minister Ingrid Lieten een werkgroep worden opgericht samen met de regionale zenders waarbinnen onderzocht zal worden welke aanpassingen aan het decreet nodig zijn zodat de omroepen verder professioneel kunnen werken en een meer structurele financiering krijgen. Rekening houdend met de degressieve daling van de vergoedingen tijdens deze de overgangsfase wordt gestreefd naar een aanpassing van het decreet binnen een termijn die de financiële leefbaarheid van de regionale omroepen niet in het gedrang brengt.
Tenslotte zal de minister in de maand januari een samenwerkingsovereenkomst voor vijf jaar afsluiten met elke regionale omroep. Deze overeenkomst voorziet in een structurele ondersteuning van 205.000 Euro per jaar per omroep. Tevens zal de minister bij haar collega’s en bij de minister-president blijven aandringen om rekening te houden met de regionale omroepen bij het verdelen van de communicatiebudgetten van de Vlaamse overheid en de Vlaamse instellingen.
Nu er door Telenet voorzien is in een overgangsperiode, is het aan de regionale omroepen om hun werking grondig door te lichten, hun sterktes verder uit te diepen en hun zwaktes weg te werken. Het moet de bedoeling zijn dat elke regio in Vlaanderen een goed bekeken regionale zender heeft die moderne, interactieve en informatieve programma’s maakt en zo een wezenlijk onderdeel en inspirator is van de lokale gemeenschap.