Onlangs doken bij boekhandel De Slegte enkele historisch waardevolle documenten uit de deelgemeente Leest op. Het gaat om registers die al enkele decennia spoorloos waren. De Slegte heeft ze overgedragen aan het Stadsarchief Mechelen.
Volgens Rudy Andriessens van De Slegte gaat het om vier registers uit de 19de eeuw die deel uitmaakten van een groter lot dat een tijd geleden werd ingekocht. “Zodra duidelijk werd dat het mogelijk om gemeentelijk bezit ging, hebben we contact opgenomen met het stadsarchief van Mechelen. De archivarissen zijn komen kijken en bevestigden dat het om stukken van de voormalige gemeente Leest ging. Omdat het om overheids-eigendom ging, droegen we de registers over aan het Mechelse stadsarchief,” aldus Andriessens.
Concreet gaat het om twee bevolkingsregisters uit 1819 en 1847 en twee kadastrale atlassen uit dezelfde periode. De vier kloeke boekbanden waren sedert 1977 spoorloos. Ze waren tijdens de gemeentefusie van dat jaar niet met het overige archief overgedragen aan de stad Mechelen en zijn mogelijk uit het Leestse gemeenthuis verdwenen. De registers sluiten naadloos aan bij de andere bewaarde documenten van Leest en zijn er wellicht de oudste aanvullingen op. Ze bevatten waardevolle informatie over de bewoners van Leest en hun gezinnen, beroepen, woonplaats en grondbezit in de eerste helft van de 19de eeuw.
Stadsarchivaris Willy Van de Vijver is in ieder geval heel tevreden met deze aanwinst: “Dankzij de correcte handelswijze van De Slegte heeft de gemeenschap twee keer gewonnen. In de eerste plaats is de bewaring van de registers voor de toekomst gegarandeerd en daarnaast bezitten we een nieuwe, belangrijke bron van kennis voor de geschiedenis van Leest. De registers hebben wel wat schade opgelopen. Die gaan we eerst restaureren. Zodra dat achter de rug is, kan iedere geïnteresseerde burger ze komen raadplegen in onze leeszaal.”
Tenslotte doet de stadsarchivaris nog een warme oproep aan iedereen die documenten, kaarten, foto’s of drukwerk over Mechelen en omgeving in bezit heeft. “Als mensen daar een goede en nuttige bestemming voor zouden zoeken, dan kunnen ze steeds vrijblijvend contact opnemen met het stadsarchief”, vertelt Van de Vijver.