De restauratie van de gevels en daken van de voormalige stedelijke badinrichting werd eind november afgerond. “Daarmee werd een eerste belangrijke stap gezet om dit uitzonderlijke gebouw te bewaren voor de toekomst. Het is nu de beurt aan Van der Valk Mechelen om het gebouw verder af te werken. Na een periode van vooronderzoek en werfinrichting start CIT Blaton in de loop van volgende week met de ontmantelings- en sloopwerken”, aldus Greet Geypen (Open Vld), schepen van Monumentenzorg en Stadsvernieuwing.
Opening najaar 2019
Binnenin het gebouw worden de later toegevoegde volumes weggehaald, waarna ook het dak van de zwemkom er voor goed af gaat. Vervolgens kan de opbouw van het hotel van start gaan. Voor de restauratie van de zwemkom, de douches en de badkamers ligt een restauratiedossier op tafel. De afwerking van deze zones volgt van zodra een erfgoedpremie is bekomen. Als alles volgens plan verloopt, opent het hotel in het najaar van 2019.
Het stadsbestuur startte eind 2015 een procedure op voor de herbestemming van de Ouwen Dok en besliste om in zee te gaan met Van der Valk Mechelen. Deze vennootschap bekwam midden 2017 een stedenbouwkundige vergunning voor de herbestemming van het monument. De herbestemming van het gebouw kadert in de ambitie van de stad om het gebied rond het Keerdok te ontwikkelen tot een hoogwaardige stadswijk aan het water.
De uitvoeringstermijn om het oude zwembad om te vormen tot een hotel met congresruimtes en een brasserie, bedraagt ongeveer anderhalf jaar. Het historisch gebouw wordt een hotel met 120 kamers. Die komen op de eerste en tweede verdieping. De benedenverdieping blijft toegankelijk voor het publiek en zal naast een stadsbrasserie aan de zijde van het Keerdok, ook conferentiezalen omvatten.
“Het stadsbestuur heeft er bij de nieuwe eigenaar op aangedrongen om een publieke ruimte te voorzien, zodat Mechelaars ook te allen tijde toegang hebben” aldus Greet Geypen.
Het badencomplex is in de periode tussen 1915 tot 1924 opgetrokken naar een ontwerp van August Van Haesendonck. Het is tegelijk groots en van een bijzonder fijne detaillering. Het gebouw moest aanvankelijk een van Europa’s grootste zwembadcomplexen worden, maar heeft daarnaast ook gediend als publieke baden, douanedepot en stapelplaats. Recenter bood het onderdak aan verschillende verenigingen.